Eva:
Dagen kropen voorbij. Ik voelden me alleen. Nee, het was erger. Ik was eenzaam. De ponti was leeg en niet meer gezellig. Ganderd wilde wel intrekken, maar ik was daar nog niet klaar voor. Ze Hoorde allebei in mijn leven te blijven. Niet alleen Ganderd. Ik zuchtte. Er was niets meer aan te doen. Ik melde me weer ziek bij Mechels. Ik was futloos. Ik sliep slecht en ik at slecht. Verdorie Wolfs wat deed met me.
In een zwak moment belde ik hem op. "Hey Eef." Hoorde ik hem vrolijk zeggen. "Wat is er?" Vroeg hij. "Niets. Wilde gewoon kletsen." Loog ik. Ik wilde zijn stem horen. "Het is stil hier hoor zonder je flauwe grappen." Zei ik. "Ik zal er een paar op een USB-stick voor je zetten." Grapte hij. "Dat bedoel ik dus." Zei ik glimlachend. "Hoe is het in Sittard?" Vroeg ik. "Gaat wel. Nog niet veel te doen gehad." Zei hij. "Ik ga even rennen." Loog ik. "Niet te ver, hè. Anders denken ze nog dat je me mist." Plaagde hij. "Nou, met die twee kan ik hè weer even doen, hoor." Zei ik, ik slikte een traan weg. "Dag Floris." Zei ik. En hing snel op. Dit ging moeilijker worden dan ik dacht.
Wolfs:
Ze klonk anders aan de telefoon. Ik had haar al dagen niet gesproken. Ik dacht zelfs haar nooit meer te spreken. Maar ze klonk zwakjes. Mijn hart ging tekeer, ik moest haar uit mijn hoofd zetten. Ik keek om me heen nog overal dozen. Ik had een 3 kamer appartement gekregen. Ik had de noodzakelijke dingen uitgepakt. Ik had haar spatel op mijn aanrecht gehangen. Ik wild hem niet gaan gebruiken.
Ik had Marions cadeau uit gepakt. Het was een foto in een gouden sier lijst. De foto was van Eva en mij. Een hele gewone foto eigenlijk. Hij was op het bureau gemaakt, we zaten met zijn 2e op Eva's bureau blijkbaar te luisteren naar Mechels of zo. Op de lijst stond iets gegraveerd
"Home is where The Heart is." Stond er. Ik zette de foto naast die van ons hele korps. Ik moest weg. Zei ik mezelf weer. Net als toen ze met Frank trouwden. Haar geluk moest een kans krijgen. Wat maakte mij het nou uit dat ik me rot voelden zonder haar in mijn leven. Zij moest gelukkig zijn.
Ik reed de volgende dag naar mijn nieuwe bureau. Ik stapte uit na 3 omzwervingen. "Floris Wolfs?" Vroeg de chef. Ik knikte. "Marcel van Rossem uw overste. Welkom." Zei hij. "Mag ik de aandacht. " Riep hij. "Dit is Floris Wolfs. Onze nieuwe kracht. Volgens Frieda Mechels uit Maastricht. Hebben we geluk met hem." Hij draaide zich naar mij toe. "Ik koppel je aan Chris Boot." Ik knikte. Chris was de collega uit Sittard die Eva ook leuk had gevonden. Hij keek me verbaasd aan.
"Wat doe jij hier?" Vroeg hij. "Frisse start. Ik hield het in Maastricht niet meer uit." Zei ik. "Jij en Eva waren zo onafscheidelijk. Hoe is het met haar?" Vroeg hij. Ik knikte. "Goed, ze heeft een vriend." Antwoorden ik. "Ik begrijp het al. Liefdesverdriet." Zei Chris. "Ja, die vrouw kan je helemaal gek maken." Ik vond het ergens best fijn. Cris begreep mijn gevoel.
Eva:
Weken versterken. We hadden een paar zaken opgelost. Gan bleef pushen om bij me in te trekken. Ik was daar nog steeds niet klaar voor. Ik liep na een lange dag de trap naar de keuken af. Ik rook eten. Niet zo maar eten. Het rook heerlijk. Mijn hart maakte een sprongetje. "Hoe kom jij binnen ondeugend." Zei ik Wolfs verwachtend. Ik liep de keuken in. Maar in plaats van Wolfs stond Fleur achter het fornuis.
Stolen novel; please report.
"Ik heb nog een sleutel vind je niet erg toch?" Zei ze. Ik schudde mijn hoofd. "Ik ben blij dat er iemand is." Zei ik. "Ik ben spaghetti aan het maken voor ons." Zei Fleur. Wat leek ze op haar vader. "Met bruschetta? Of kom hoe heet dat. Parmezaanse kaas?" Grapte ik. "Wel nee joh, met sous van de jumbo. En Geraspte kaar van dezelfde jumbo." Zei ze als of het hoog culinair was. We lachten even. "O ja, en een Cambodjaanse groenten mix. Om het af te maken." Zei Fleur. "Laat je vader het niet horen. "Maar Fleur toch we hebben parmaham in de koelkast." Zeiden we in koor. Ik moest toegeven dat ik het heerlijk vond iemand in de ponti te vinden.
"Mis je hem?" Vroeg Fleur. "Een beetje. Ik mis zijn vriendschap. Zijn domme flauwe grappen. En zijn eten." Zei ik. "Kan Ganderd niet koken?" Vroeg Fleur. "Niet echt nee." Ganderd was veranderd. Hij gedroeg zich als of ik van hem was en naar hem moest luisteren. En hij bleef maar pushen dat ik hem hier moest laten intrekken.
Fleur en ik aten samen. We kletsten over van alles en nog wat. Fleur had een toneelstuk wat ze over een maand ging opvoeren. Ze nodigde mij en Ganderd er voor uit. "Komt je vader ook?" Vroeg ik. Ze schudde haar hoofd. "Die komt bij de try-out kijken." Zei ze. Ik stemde in. Een keer bepaalde ik waar Gan en ik heen gingen.
Wolfs:
Ik kwam aan bij het theater. Fleur had een try-out in Maastricht. Ik hoopte mijn vrienden weer te zien. En misschien ook wel Eva. Ik botste tegen een vrouw op. "Shit het spijt me." Zei ik. "Ik lette niet op." Ze glimlachte. Ze had geblondeerd haar, bruine ogen, een wipneus. En een warme glimlach. "Ik ben Caya." Zei ze. "Floris Wolfs." Ei ik haar hand schuddend. "Kom je ook voor het stuk?" Vroeg ze. "Ja. Mijn dochter speelt er in mee." Antwoorden ik. "Wat leuk mijn zusje ook. Zei ze. Ze was best knap. "Belt Bar me gisteren op, Ca je moet morgen komen. Ik heb een ticket." Zei ze in een speels kinderlijke toon. "Helemaal uit Sittard met de trein. Omdat mijn auto het begaf." Zei ze. "Wat toevallig. Ik woon daar ook. Ik geef je wel een lift." Zei ik. "Ik ken je net." Zei ze. Ik knikte. "Je hoeft niet bang te zijn. Ik ben van de politie." Zei ik. Caya lachte en mikte. "Goed dan."
"Wolfs!" Hoorde I achter me. Esmee, Marion en Romeo kwamen aanlopen. "Hoe is het man. Dat is al 2 maanden geleden." Zei Marion die me omhelsde. "Gaat wel. Beetje saai in de provincie." Ik keek om me heen hopend Eva te zien. "Komt Eva niet?" Vroeg ik. "Nee die gaat volgende week naar de première." Zei Esmee. Ik glimlachte naar mijn vrienden. "Mazzelaar." Zei ik. "Wil je niet weten hoe het met haar is?" Vroeg Marion. "Zal vast wel goed gaan. Eva is een rots." Zei ik. Romeo en Marion wisselde een blik. Ik wilde helemaal niet horen hoe goed het met Eva ging. Ik was nog altijd een beetje jaloers. Ik vestigde daarom mijn aandacht weer op Caya. "Zullen we na het stuk bij de bar afspreken?" Vroeg ik haar. Ze knikte en liep het theater in.
"Zo vriendin gevonden?" Vroeg Esmee. "Nee, ze woont in Sittard en haar auto is stuk. Dus geef ik haar een lift." Zei ik. "Ja, ja. Zo begint het hè."grapte Esmee. Na het stuk bracht ik Caya naar huis. Ze woonde 3 straten bij mij vandaan. "Nou. Dank je wel misschien tot ziens." Zei ze. "Of wil je nog iets drinken?" Vroeg ze. Ik knikte en liep samen met haar kleine huisje in.
Eva:
Ik had toe gegeven. Ganderd woonde nu bij me in huis. Het was wel gezelliger dan alleen. Maar er miste iets. Sinds hij hier woonde, controleerde hij me. Hij appte me elk uur om te zien of ik wel was waar ik zei dat ik was. Ik had het idee dat hij mijn computer en mijn telefoon ook in de gaten hield. Dit voelde niet prettig. Maar voor de rest was hij nog altijd lief voor me.
Hij kwam terug van een avondje hangen met zijn. Maten zei hij. Hij rook naar drank. Iets wat ik vreselijk vond. Hij ging eens in de week hangen. Ik vertrouwde hem. Dus zat ik elke zaterdagavond alleen. Hij kuste me. "Dag schatje. Wat was je aan het doen?" Vroeg hij. "Niets wat tv gekeken wat gelezen. Met Marion gekletst. Niet veel dus." Antwoorden ik. "Dus niet meer met hem gebeld?" Vroeg hij. Ik rolde met mijn ogen. Hij had me sinds hij hier woonde verboden met Wolfs te bellen. Dan gaf ik hem valse hoop. Ik miste het. Af en toe met mijn maatje bellen. Ik belde hem eens per 2 weken of zo. Soms sparde we over een zaak. Soms kletste we gewoon wat.
Hij had me verteld dat hij een vriendin had. Ene Caya van Utrecht. De eerste keer deed dat wat pijn. Maar al snel gunde ik hem ook zijn geluk. Hij klonk heel vrolijk aan de telefoon. Ik had hem nu al een maand niet meer gesproken. Ik miste die 2 wekelijkse telefoontjes best wel. Wolfs was ondanks alles nog altijd bereid mijn maatje te zijn. En ik wilde het niet toegeven. Maar ik had mijn maatje echt nodig.