Eva:
Ik werd wakker. Ik lag in een steriele witte kamer. Waar was ik? Hoe kwam ik hier? Ik probeerde me te draaien, maar elk deel van mijn lijf deed pijn. “Nee niet draaien Eef rustig blijven liggen.” Hoorde ik de warme stem van Wolfs zeggen. “Meisje toch wat heeft hij je aangedaan?” Vroeg hij. “Het laatste wat ik herinnerde, is dat hij mijn nieuwe telefoon kapot trapte. En begon te schoppen.” Zei ik. “Ik kwam net op tijd binnen. Ik zweer je Eva als ze hem niet vast houden schop ik hem dood.” Zei hij woest klinkend.
Ik drukte op de knop om rechter op te kunnen zitten zo dat ik hem kon aankijken. “Jij moet jezelf niet in de problemen brengen voor die rotzak.” Zei ik zijn hand pakkend. Hij deed zijn mond open om wat te zeggen, maar Marnix Rijsenburg kwam binnen lopen. “Eva. Wat goed je wakker te zien. Ik moet jullie even apart van elkaar spreken.” Zei hij ik knikte. Dat had ik beter niet kunnen doen. De kamer draaide om me heen. “Ik begin wel met jouw Eva.” Zei hij.
Wolfs stond op. “Ik ben in de gang. Ik blijf dicht bij.” Zei hij en hij kuste mijn voorhoofd. “Goed Eva. Ik heb Lara mee genomen om je verwondingen vast te leggen. Ik zal haar even haar gang laten gaan.” Zei Marnix en hij hielp me overeind. Een gezette blonde collega stapte binnen met een camera in haar hand. Naden klein kwartier had ze alles gefotografeerd en hielp ze me terug naar mijn bed. “Nou Eva. Waarom vertel je me niet alles wat je nog weet?” Zei hij. Ik verklaarde alles wat ik me herinnerde. Na een half uur ging hij weer weg. Ik vermoede om Wolfs te horen die een klein uur later mijn kamer weer in kwam.
“Waarom ben jij er altijd als ik iemand nodig heb?” Vroeg ik hem. Het was geen verwijt of angst vraag. Hij was er altijd. Ik snapte alleen niet waarom. Hij gaf geen antwoord, ik vermoede dat hij het ook niet wist. Het enige dat ik wist dat ik hem dankbaar was. En dat ik hoopte dat het nooit zou veranderen. “Mechels vroeg me of ik terug wilde komen.” Zei hij. “Ik weet het niet Eef. Ik heb je laten stikken.” Zei hij met tranen in zijn ogen. Ik pakte zijn hand weer. “Dat is niet waar. Jij dacht dat hij de ware voor me was.” Zei ik.”wist jij veel wat hij zou doen.” Zei ik zijn hand strelend. Hij deed zijn mond weer open om wat te zeggen, maar sloot hem weer. “Hé. Jij kan mij ook alles vertellen.” Zei ik hem. “Ik had eerder contact moeten zoeken, maar ik was te gekwetst toen jij het contact verbrak.” Een paar tranen rolden over zijn wangen.
“En in plaats van je beschermen heb ik dat stuk verdriet je laten uithollen. Ik heb gezworen dat ik nooit meer iemand daar door zou verliezen.” Zei hij. Ik wist niet waar hij het over had. Maar ik durfde niet verder te vragen.”ik ben in orde dankzij jou.” Zei ik. Hij gaf een soort snuivend lachje. “Hij heeft een jaar lang het vuur in je gedoofd.” Zei hij. “Ik heb je in de steek gelaten Eva.” Ik glimlachte naar hem. “Goed dan als je erbij staat. Maar ik vergeef het je.” Zei ik hopend de wanhoop uit zijn ogen te halen.
The author's content has been appropriated; report any instances of this story on Amazon.
Ik moest nog een week in het ziekenhuis blijven. Elke dag kwamen Marion, Romeo of Esmee langs. Wolfs kwam ook elke dag. “Ze hebben hem poging tot doodslag tenlaste gelegd.” Zei hij na 5 dagen. “En Mechels heeft de OvJ ervan overtuigd dat hij het maximale moet eisen. Dat is dus om en nabij 17 jaar.” Zei hij enthousiast. Ik werd er zelf ook enthousiast van. Ik was vrij. Ik omhelsde Wolfs. Voor het eerst in maanden deed het geen pijn, 70% van mijn blauwe plekken waren al verdwenen. Ik had er nog een paar op mijn buik en onderrug. Man, wat voelde zijn armen om me heen fijn.
“Wanneer mag je naar huis?” vroeg hij. “Morgen. Dan ga ik overmorgen ook weer eindelijk aan het werk.”zei ik. Ik was het niets doen meer dan zat. Wolfs glimlachte naar me. Het maakte hem zo ongelooflijk knap. “Wil je nu wel blijven?”vroeg ik. “Ik mis je.”zei ik hem bijna smekend. Hij ging bij me op bed zitten. “Ik kan jou niets weigeren, dat weet je toch.”zei hij. “Dus? ”vroeg ik mijn stem wat kinderlijk trekkend. Hij lachte. “Ja Eva ik zal Mechels vragen of ik teruggeplaatst kan worden.” ik glimlachte naar hem terug. Ik wist stiekem wel dat ik alles bij hem gedaan kreeg.
Hij boog naar me toe mij hart bonsde luid terwijl ik mijn ogen sloot. “O shit. Ik had geloof ik wat langer bij die leuke balie bediende moeten blijven hangen.” hoorde ik Marion zeggen. Ik deed mijn ogen weer open en zuchtte even. “Ik stoorde geloof ik. “ Marion keek me schuld bewust aan. “Wel nee.” Zei Wolfs. “Ja, ja.” Zei ze grijnzend. “Als je dat jezelf wilt wijsmaken.” Marion keek me grijnzend aan. “Hoe is het met je?” Vroeg ze. ”prima ik mag morgen naar huis.”zei ik Marion lachte. “En Mevrouw wil overmorgen alweer aan het werk.” Zei Wolfs me aan kijkend. “Tja, je zou haar inmiddels moeten kennen Wolfs.” zei Marion. “Ik ben blij dat je in orde bent Eef. Ik denk dat ik maar naar huis ga.” ze knikte en liep de kamer weer uit.
“Ik moet ook gaan Eef. Spoed overleg over een uur. Die verdachte die we hadden, hè? Ja .een van de laatste meisjes Juna Paard was inderdaad bij hem gezien. De buurt bewoonster wist blijkbaar alleen niet dat dit René Paard was. Haar vader. We hebben met hem gepraat mochten zijn hele huis doorzoeken. Niets. Dus weer terug bij af.” Zei hij zuchtend. “Ja, dat krijg je er nou van als ik er niet bij ben hè.” zei ik plagend. Hij glimlachte naar me. “Daar is ze weer hoor.” ik keek hem verward aan. “Wie?” hij schudde zijn hoofd. "De stoere grappige Eva die ik ken.” zei hij me lachend aan kijkend. Hij stond op. “Moet ik je morgen komen halen?” vroeg hij. “Wel nee. Ik red me wel hoor.” zei ik. “Dan zie ik je morgen.” antwoorden hij.
“Vertel je mij dan ook wie jij verloren bent?” hij keek me indringend aan. Waar heb jij het over. “Kom op Wolfs ik ken je. Je had gezworen niet weer iemand zo te verliezen?” zei ik. Hij zuchtte. “Ik ga je iets teruggeven wat je mij ooit zei hoor. Praat met me. Ik ben het.” hij schudde zij hoofd. “Goed dan. Morgen. Ik moet echt gaan nu Eef.” zei hij en hij kuste me op mijn slaap. Ik wilde er geen genoegen mee nemen en hem zoenen, maar liet mijn verlangen niet toe. Als er al iets tussen ons zou gebeuren moest dat met kleine stappen.