Novels2Search

Hoofdstuk 11

Ik moest al mijn wilskracht aanwenden om haar niet te kussen toen ik afscheid van haar nam in het ziekenhuis. De blauwe plekken waren haar prachtige gezicht weer uit. Ze lachte weer. En nog belangrijker, het licht in haar ogen leek weer terug te komen. Ik was bijna vergeten hoe oogverblindend mooi ze was. In gedachten reed ik naar het bureau. Ik had niet veel zin om het spoedoverleg in te gaan. Maar ik had geen keuze.

"Fijn dat u ook kon komen, meneer Wolfs." Zei Mechels. "Goed dan." Begon ze." Er zijn van de 12 meisjes er nu 4 gevonden. Helaas alle 4 dodelijke slachtoffers. We dachten een doorbraak te hebben. Maar het bleek de vader van een van de vermiste meisjes te gaan. Ideeën" zei ze. Ik keek de kamer rond, niemand leek dapper genoeg om een idee te opperen. "We hebben eerlijk gezegd alles geprobeerd. Behalve posten bij het pd in burger", zei ik. "Nou meneer Wolfs, omdat we wanhopig zijn, zie ik dat inderdaad ook als optie. "Maar dat moet ik overleggen met hoger hand", zei ze. "En kans is dat zij het te mager vinden. "En als hij een agent hekend zal hij misschien een nieuwe dumpplek gaan zoeken", zei ze. "Ja, dat weet ik. "Maar wat kunnen we nog?" vroeg ik.

We hadden alles wel geprobeerd, telefoons uit pijlen en tappen, camerabeelden tot in den treuren na gekeken of we iets verdachts zagen. Sporenonderzoek op de lichamen van de gevonden meisjes. Burgernet. Buurtonderzoeken, er was gewoon niets anders meer. Het begon erop te lijken dat we het nooit zouden oplossen.

Eva:

Ik kwam thuis in een lege Ponti. De jongens waren zeker nog hard aan het werk. Een kwartiertje later ging de deur open. Ik hoorde vermoeide voetstappen op de trap. Het was blijkbaar een zware dag geweest. Wolfs liep na een minuutje de keuken in met in zijn hand een witte plastic zak. "Is dat wat ik denk dat het is?" vroeg ik. "Maar dat vind jij toch niet lekker?" Hij haalde zijn schouders op. "Ik eet morgen wel weer goed", ik bloosde even. Hij gaf niet snel voor iemand 'goed eten' op.

We aten met zijn twee kletsend over de zaak en hoe frustrerend die dood liep. "Dus echt helemaal niets?" vroeg ik. "Ik wilde laten posten rond de pd, maar hoger hand wil het niet," zei Wolfs. "Ik kan er dagelijks hard lopen, dat kunnen ze me niet verbieden," stelde ik voor. "Ben jij gek?" "In ieder geval niet alleen", zei hij. Ik lachte even. "Natuurlijk niet alleen, ik vraag je partner wel," zei ik plagerig. "Heb je Mechels al gevraagd of je mag blijven?" vroeg ik. Hij lachte naar me. "Dat doe ik morgen. "Ik wil jou haar reactie niet ontzeggen", zei hij me mij aan kijkend met ondeugend glimmende ogen. Mijn hart bonsde altijd zo als hij dat deed.

Ik voelde de spanning tussen ons weer opbouwen. Maar was ik klaar voor weer een relatie? Hoeveel ik ook van hem hield, ik was nog wat beschadigd van de relatie met Ganderd. Hij kuste me op mijn slaap. De tintelingen in mijn lijf werden steeds heviger elke keer als hij zoiets deed. Maar ik moest het weerstaan. Kleine stapjes herinnerde ik mezelf.

Een week nadat ik thuiskwam werden er, zoals we al verwachtten, op precies dezelfde plek weer twee meisjes gevonden. Emanuelle . en Charlotte .Charlotte leek op tijd gevonden te zijn, maar overleed helaas op weg naar het ziekenhuis.

"Meneer Wolfs, mevrouw Van Dongen. Fijn jullie te zien. Trieste zaak", zei Timo toen we langsgingen. Emanuelle en Charlotte. "Hetzelfde lot als de andere meisjes, dat is al 6, ik wilde dat ik beter nieuws had, maar er is niets gevonden wat naar een dader kan leiden", zei Timo droevig. "Geen flauwe grappen vandaag, Timo?" Vroeg Wolfs. "Zo tragisch als dit nee, dan heb ik geen grappen meer," zei Timo. We keken elkaar even aan. Als zelfs Timo geen grappen meer maakte, was de grens extreem tragisch wel bereikt.

"Laten we eens kijken. "De dader is in volgorde aan het 'opruimen' geslagen", zei ik. "En het is steeds dezelfde plek, 2 weken na elkaar legt hij er in een week 2 neer. Zit daar een patroon? "Welke dagen zijn het?" vroeg ik. "De eerste werd gevonden op een maandag. De tweede twee dagen later, omdat het pd werd vrijgegeven. Nummer 3 op een donderdag en nummer 4 wel weer 2 dagen later. "Om dezelfde reden", zei Wolfs. "Slagt offer 5 op zaterdag.”En slachtoffer 6, 2 dagen later", vulde hij aan. "Dus slachtoffer 1 is een van een setje, zal ik het maar noemen. willekeurige dag. Daar zit geen patroon in. Maar wel met het tweede slachtoffer. Altijd twee dagen later. "En altijd op dezelfde plek", ik keek op mijn scherm. "Dus stel ik voor dat Chris en ik elke avond gaan joggen over een week." Daar kan hogerhand niets tegen hebben." Zei ik.

Ik wist dat Wolfs dat liever niet had. Maar ik wilde deze Smeerlap pakken. Ik wilde redden wat we konden. 's Avonds zaten we met zijn drieën in de keuken. "Dus jij wilt hem op heterdaad gaan betrappen." Vroeg Chris. "Liefste wel. Maar ja, dat is lastig." Wolfs keek me aan. "En gevaarlijk. Je weet niet wat hij doet." Zei hij nerveus kijkend. "Ik ben niet geblondeerd of tussen de 16 en 18 jaar oud. Ik mag mijn pistool mee. Ik denk dat ik me wel red." Wolfs zuchtte. "Ik kan je niet weerhouden hè?" Vroeg hij. "Nee." Was alles wat ik zei. "Jij past op haar, hè Chris. Ze mag denken dat ze onverwoestbaar is, maar ze kan niet door kogels of mensen lopen." Hij klonk bezorgd. Dat vond ik zowel aandoenlijk als vervelend. Ik was geen Porcelijne pop. "Ik ga slapen." Zei ik en stond op.

If you stumble upon this narrative on Amazon, be aware that it has been stolen from Royal Road. Please report it.

"Jonge je bent overduidelijk nog altijd stapel dol op haar." Hoorde ik Chris zeggen een uur of twee later. Ik sliep nog niet. Ik keek wat tv. "Dus?" Hoorde ik Wolfs zeggen. "Dus?" Jij vraagt mij serieus alleen "Dus?" Zei Chris. "Goed dan. Dus doe wat. Vertel het haar, verras haar met iets dat ze leuk vindt. Vraag haar uit. "Doe iets man." Zei hij. "Ik kan niet na een jaar dat ik ben weg gegaan vertellen. O ja, trouwens. Ik kan aan niemand anders denken. Dat jij met hem was, sloopte me. Dan sloop ik toch alles wat ik weer heb opgebouwd." Ik opende mijn deur op het kleinste kiertje, zodat ik verder kon luisteren.

"Ja, misschien. Of je bouwt iets moois op." Ik zag Wolfs zijn hoofd schudde. "Ik houd zo veel van haar." Hij zuchtte. "Zo veel dat een leven zonder dat zij daar deel van uitmaakt geen leven is. Ik heb haar liever als mijn allerbeste vriendin altijd bij me dan dat ik mijn gevoel voor haar uit en ik haar misschien voor altijd verlies." Het klonk alsof het uit het diepst van zijn ziel kwam. "En wat als zij het ook voelt?" Vroeg Chris. "Maar net zo bang is als jij." Ik zag Wolfs naar hem toe draaien. "Zij kan iedereen krijgen die ze maar wil." "Wat moet zij met iemand als ik?" Over wie hadden ze het. "Flikker toch op Floris. Ja, ze kan iedereen krijgen. Maar ze wil jou." Ik zag Wolfs zijn schouders ophalen. En naar zijn kamer gaan.

Uren lag ik wakker. Alles maalde door mijn hoofd. De zaak. Ganderd. Maar ook wat Chris tegen Wolfs zei. Over wie hadden ze het? Ik sloop de keuken in. Om een flesje water te pakken. Toen ik de koelkastdeur dichtdeed, stond Wolfs achter me. Ik schrok me rot. "Sorry." Zei hij. "Kon je niet slapen?" Vroeg hij bezorgd klinkend. "Nee." "Jij dus ook niet?" Hij schudde zijn hoofd. Hij bekeek me van top tot teen. Ik droeg alleen maar een open bloesje, een hemdje en een onderbroek. Mijn haar hing los over mijn schouders.

"Kijk het moois er niet van af." Zei ik. "Dan moet ik eindeloos blijven kijken." Ik bloosde. "Sorry, Eef dat vloog eruit." Zei hij zich duidelijk schamend. "Geeft niet, joh." Zei ik. "Ik ken je grappen inmiddels." Zei ik en liep weg. Voordat ik helemaal bij hem weg kon lopen, pakte hij mijn hand beet. Mijn hart bonkte tegen mijn ribben. "Ik meende wat ik zei Eef. Jij bent de mooiste vrouw die ik ken." Minutenlang keken we elkaar doodstil aan. "Ik." Begon ik, maar ik wist bij God niet wat ik daaraan toe moest voegen. Mijn hersenen leken verdoofd.

Hij boog stukje bij beetje naar me toe. Mijn hart bonsde nog luider. Voordat ik mijn hersenen weer kon aanzetten, voelde ik zijn lippen zachtjes op de mijne. Er ging vuurwerk af in mijn hoofd en hart. Vlinders fladderden wild door mijn buik heen. Ik opende mijn mond iets en voelde zijn tong mijn mond ingaan. Na een seconde brak hij de zoen af. "Sorry, Eef sorry. Ik." Zei hij. In zijn ogen zag ik een mix van passie en schuld. De regel die ik mezelf had gegeven over kleine stapjes gooide ik overboord. De zee van mijn verlangen in. Dit keer zoende ik hem. Hetzelfde vuurwerk laaide weer op in mijn lijf. Hij streelde zijn hand door mijn haar heen. Om die vervolgens over mijn arm te laten glijden. Elke aanraking gaf me elektrische kippenvel.

"Mijn god, wat ben je mooi." Fluisterde hij voordat hij me weer kuste. Hij keek me aan. Mijn hard bonsde luid, mijn passie en verlangen overschreeuwde alles wat ik verder zou kunnen denken. "Nee." Zei hij. "Dit moet ik niet doen, het spijt me, Eva." Zei hij. "Je bent zo ontzettend mooi. En leuk. En God, wat ben jij heerlijk. Maar hier ga jij spijt van krijgen." Hij keek me diep in mijn ogen aan. "Iedereen krijgt spijt van mij. Ik kan en wil jou niet verliezen." Hij keek me met tranen in zijn ogen aan. "Jij bent de enige die geen spijt van me mag krijgen. De enige." Hij kuste mijn voorhoofd en stapte naar achter. Ik had er geen spijt van. Ja, misschien van het feit dat het niet verder ging omdat hij stopte. Maar mijn lichaam schreeuwde om meer.

"Wacht." Zei ik zijn hand pakkend. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Ik wist niet wat ik moest doen. Ik wist alleen dat mijn hart om hem riep. Om hem en nooit meer iemand anders. Nee, het was meer dan mijn hart. Mijn ziel vroeg om hem. "Eef alsjeblieft. Ik kan niet hier blijven staan bij jou en niets doen. "Ik krijg alleen spijt als ik je nu laat gaan." Ik wist bij de goden niet waar dat vandaan kwam. Maar de woorden kwamen uit mijn mond en ik wist dat ik ze in het diepste van mij meende.

"Eva alsjeblieft. Ik ben zo ongelofelijk verliefd op je dat ik nauwelijks kan ademen als je bij me bent. Maar ik maak iedereen waar ik van houd kapot. Hoe meer ik van ze houd, hoe erger ik ze kapot maak." Zei hij. Hij had me nog nooit deze kant laten zien. Een kant die geleid werd door angst. "Je hebt Caya niet kapotgemaakt." Zei ik. "Omdat ik nooit van haar hield." Ik dacht van wel. Maar." Ik legde mijn vinger op zijn lippen. "Mij krijgt je niet kapot oké. Als het Ganderd niet lukte. Lukt het jou al helemaal niet." Hij glimlachte. "Koppige ezel." Ik lachte terug en zoende hem weer. Ik voelde zijn handen nu verder over mijn lijf strelen. Ik had me nog nooit zo gevoeld.

Wolfs:

Ik werd de volgende ochtend wakker. Ik had de vorige nacht vast gedroomd. Ik keek naast me. Daar lag ze. De mooiste en liefste vrouw van mijn leven. Ik lachte en kuste haar slaap. Dankbaar dat ik deze nacht vol vuur en passie blijkbaar niet had gedroomd. Ik wist niet wat dit voor 'ons' zou betekenen. Maar dit gevoel nam niemand me meer af. God, wat hield ik van haar. En wat was ze toch mooi. Mijn wekker zou pas over een uur gaan. Dus nam ik haar weer in mijn armen. Kuste haar nek en wilde weer gaan slapen.

"Wakker worden." Hoorde ik Chris roepen. "Wakker worden, Mechels belde." Zei hij en hij opende mijn deur. Ik legde snel een deken over Eva heen die protesterend kreunde. "Goedemorgen." Zei Chris. "Dat had ik niet verwacht. Tenminste, nu nog niet. Zij hij grijnzend. "Wat is er zo dringend, Boot?" Zei ik geërgerd. Ik had nog uren willen blijven liggen om de perfecte nacht nog te laten voortduren. Maar nu brak hij het af.

"We hebben een lijk. "Eva stond op en deed vlug een badjas aan. "Dat is te vroeg. Het vorige lijk was eergisteren en dat was de tweede." Zei ze. "Jullie weten waar we moeten zijn, ik geef jullie een half uur om je op te frissen." Zei hij en hij liep weg. "Eef heel even over vannacht." Zei ik. "Ik hoop van alles, maar verwacht niets oké." Zei ik. Ze kuste me vluchtig. "We zien wel waar gisteren naartoe leidt. Oké. We moeten aan het werk." Zei ze en ze liep naar haar eigen kamer. Ik douchte me vlug, smeerde wat brood en wachtte op Eva. Die na een klein kwartier ook beneden stond. "Een afspraak. "Privé en werk scheiden we." Zei ze. "Uiteraard. "Verwachtte niet anders." Zei ik en ik kuste haar. "Die is nog privé." Ze lachte. We liepen samen de ponti uit. En reden naar het pd.