Wolfs:
Ik zag hoe ze naar hem keek. Hoe ze was als hij in haar buurt was. Ze was verliefd. De liefde van mijn leven was verliefd. Maar niet op mij. Ze was verliefd op die nieuwe. Ganderd. Hij was best oké. En ik zag ook wel wat meisjes knap aan hem konden vinden. Hij was jong. Spannend. Grappig. Ik was inmiddels een oude man. In ieder geval voor haar.
Wat hij in eva zag, dat begreep ik maar al te goed. Ze was grappig. Stoer. Sterk.slim. Ondeugend. Lief. En zo ongelooflijk mooi. Haar mooie slanke lijf. Haar volle lippen die sexy, ondeugend of lief konden glimlachen, haar dopneus en vooral wat ik het mooiste aan haar vond. Haar zilvergrijze ogen. Die ongelooflijk ondeugend konden glinsteren. Of me indringend aankijken. Ik verdronk regelmatig in haar ogen. Ja, ik zag wel wat Ganderd in haar zag.
"Hallo.Waar zit jij met je hoofd?" vroeg ze. Ik glimlachte naar haar. "Nergens, dat weet je toch," zei ik plagend. "Ja, dat zal wel," zei ze. Ze kende me veel te goed. "We moeten een zelfmoordonderzoek onderzoeken van Mechels. Het is de zoon van de burgemeester." zei ze. "Die natuurlijk nooit zelfmoord zou plegen, zo'n levenslustige jongen." antwoordde ik. "Nee, natuurlijk niet", zei Eva sarcastisch. Ik lachte naar haar. We waren zo op elkaar in gespeeld dat we zelfs elkaars grappen konden voorspellen. Ganderd keek naar ons. Ik zag haar blozen toen ze dat ook zag. "Zullen we dan maar gaan?" vroeg ik. Ik was denk ik een beetje jaloers.
"Gevonden hangend van een stok in zijn kast." Las Eva in het dossier. "Hebben we een afscheidsbrief?" Vroeg ik. "Ja." Ze opende het dossier weer. Ik ging dicht bij haar staan om over haar schouder mee te kunnen lezen. "Het spijt me voor alles. Voor iedereen die ik pijn doe. Maar een leven zonder haar kan ik niet aan. Vergeef me. Las ze voor. "Onbeantwoorde liefde." Zei ik. "Ja, dat kan pijn doen." Voegde ik toe. Eva draaide zich naar me om. Ze was centimeters van me vandaan. Ze keek me in mijn ogen. Mijn God, wat was ze toch mooi. Ik zou zo uren kunnen blijven staan. Ik bevocht elke vezel in mijn lijf om haar niet te kussen.
Ganderd moest dat gezien hebben. Hij schraapte zijn keel. "Dus?" Eva schudde haar hoofd en stapte naar achter. "Uitzoeken wie die 'haar' is." Zei Eva. Mijn hart klopte wild. En zelfs een beetje boos dat ik haar bij me weg had laten stappen. Ik begon deze jonge te begrijpen. Onbeantwoorde liefde maakte soms wanhopig. Als ze met Ganderd verder ging, dan wilde ik vertrekken. Ja, de lieve, mooie Eva, verdiende alle liefde en vooral geluk dat ze kon krijgen. Maar de zon in het water zien schijnen met haar kon ik niet aan. Ook al zou haar achterlaten net zo moeilijk zijn.
We ondervroegen de burgemeester en zijn vrouw voorzichtig over het mysterieuze haar. Ze wisten te vertellen dat hij verliefd was op een meisje genaamd Noëlle. Maar dat ze hem niet zag staan. Ganderd glimlachte. "Net als wheetus dus." Zei hij. "Wat?" Vroeg ik hem. Ik wist waar hij op doelde. Het liedje teenage dirtbag. Waar het personage van het nummer verliefd was op de populaire Noëlle. Maat om dat grapje nu te maken was een beetje smaakloos. Als Eva het ook vond, hield ze dat net als ik deed voor haar. "Noëlle, en verder?" Vroeg ze in haar bekende meelevende toon. "Noëlle de jager." Antwoordde de vrouw. Eva wenste ze sterkte en we vertrokken weet.
"Noëlle de jager, geboren op 15 november 2006 in Geleen. Woont in Maastricht en gaat naar het bonevante. Daar ken ik wel wat docenten. Laten we is gaan kijken." Zei ze. "Wat heeft dat voor een zin?" "Hij heeft zichzelf toch gewoon opgehangen?" Vroeg Ganderd. "Dat vermoed ik ook." Zei Eva. "Maar zoiets tragisch en zinloos, loos is moeilijk te. Bevatte voor ouders. We kunnen beter een zo volledig mogelijk beeld hebben." Voegde ze toe.
Het gesprek met Noëlle leverde weinig op. Ze vond die Brandon van de burgemeester een beetje een loser. Ze vertelde wel dat hij gepest werd. Ik moest Ganderd gelijk geven. De jongeman had zichzelf van het leven beroofd. Zijn moeder vertellen dat het zelfmoord was geweest was hard verscheurend. Ze bleef, maar nee gillen. De burgemeester keek ons woedend aan.
"Dit gaat jullie duur komen te staan." Riep hij. En hij keek Eva aan. "Luister is, we hebben dit onderzoek heropend op uw verzoek. Zodat het grondig uitgezocht zou worden, er komt uit wat er uitkomt. Daar kunnen we niets aan doen." Zei ik. "Het spijt me. En sterkte met uw verlies. Maar meer kunnen we niet." Ik vroeg Ganderd Eva mee. Naar buiten te nemen. "Als u haar straft voor een grondig onderzoek waar de uitslag u niet van bevalt, zal ik een boekje opendoen naar de pers." Zei ik dreigend. Het ging me niet gebeuren dat Eva door gewoon haar werk goed te doen gestraft zou worden.
Reading on this site? This novel is published elsewhere. Support the author by seeking out the original.
Toen ik buiten kwam, trof ik Eva blozend en giechelend aan. Het gaf me een steek door mijn hart. Omdat ik wel wist waarom ze zo reageerde. Er was meer tussen hun. Ik had te lang gewacht. Misschien te bang geweest haar te verliezen. "Ik uh." Begon ze te stamelen. "Ik ga vanavond met Ganderd uit. Wacht maar niet op mij." Zei ze weer giebelend. Ik onderdrukte een zucht en forceerde een glimlach. "Veel plezier dan." Ik kuste haar op haar slaap. "Ik zie je morgen." De ponti was niet ver. Dus besloot ik haar mijn auto sleutels te geven en te gaan lopen.
In de keuken werd ik verrast door Fleur, die nog een sleutel had. "Dag pap. Ik dacht, ik ga is voor jullie koken." Ik glimlachte naar mijn lieve dochter. "Alleen jij en ik schat. Eva is met haar 'vriend' uit." Antwoordde ik. "Raar. Ik dacht dat jullie verliefd op elkaar waren. "Ze heeft iemand ontmoet. Het is ook beter voor haar. Wat heb ik haar nou te bieden?" Vroeg ik. "Onvoorwaardelijke liefde misschien?" Zei Fleur. Ik omhelsde haar even. Ik had die knuffel harder nodig dan Fleur. "Ik ben een ouwe man meisje. Misschien inmiddels wel wat stoffig. Hij is haar leeftijd. Spannend. Wild." Ik keek even naar de grond. "Het is beter zo." Loog ik. Vooral tegen mezelf.
"Hij hè pap. Hij is zo'n B karakter. De drempel in je weg waar je overheen moet. Jij en Eva. Pap jij en Eva zijn eens game." Zei Fleur. Ik geloof dat ze te veel romans las. Ik glimlachte. "Dat is in je boeken Fleur. In het echte leven gaat het niet zo. Luister, ik denk dat ik overplaatsing ga aanvragen." Zei ik. "Niet ver weg hoor, gewoon." Begon ik ."ver genoeg van haar weg? Zodat je haar kan vergeten?" Maakte fleur voor me af.
Fleur en ik aten samen. Daarna ging ze naar huis. Ik belde Mechels dat ik haar wilde spreken. Ze was nog op het bureau, dus kon ik terecht."ik wil graag overgeplaatst worden." Zei ik. Ze keek me verbaasd aan, maar gaf toe. Er was een plek in Sittard vrijgekomen, ik kon er volgende week beginnen. Zij regelde een woning voor me.
'S Avonds laat kwam Eva de keuken in, ik moest het haar vertellen. Ze had het blijkbaar naar haar zin gehad. Ze had een jurk aan. En haar haren hingen los. Ze was nog zo veel mooier dan ze altijd al was. "Ben je nog wakker?" Vroeg ze. Ik knikte. "Ga is zitten, Eef." Zei ik. "Wat is er?" Ik deed mijn ogen even dicht. "Nu het tussen jou en Ganderd 'Aan' is, kan ik maar beter vertrekken." Zei ik een pluk haar achter haar oor vegend. Haar aanraken bezorgde me altijd elektrische kippenvel."wat bedoel je?" Vroeg ze me aan kijkend. "Ik gun je alles, Eef dat weet je. Vooral geluk. Ik vertrek Eef. Dat is beter voor jullie. Ik wilde dat je dit van mij hoorde en niet morgen op het kantoor."
Ze keek me aan met vochtige ogen. "Ik wil niet dat je weggaat. We kunnen toch vrienden blijven, ook al heb ik nu een vriend." Zei ze bijna smekend. Ik schudde mijn hoofd. "Het spijt me, Eva, maar dit moet ik doen." Ze stond boos op. "Ja, ren maar weer weg. "Weet je, zoek het maar uit ook." Ze liep boos van me weg. Als ze eens wist hoeveel dit me verdriet deed.
De dagen die volgden spraken we niet. Ik pakte mijn spullen in. Kookte. En keek tv. Ik wilde zo graag dat ze me zou begrijpen. Dat ik niet wilde gaan, maar moest gaan. Voor haar. Omdat ze anders een kant van me zou zien die ik niet wilde dat ze zag." De laatste dag kreeg ik een heus afscheidsfeest. Ik kreeg van Marion een cadeau dat ik pas moet uitpakken in Sittard. Romeo en Esmee gaven me waskom gerei. Ganderd gaf bij Wieze van grap een doos mandarijntjes. Nu hoefde ik die niet meer te delen, plaagde hij. Mechels gaf namens het korps een foto van ons allemaal. Tot mijn verdriet was Eva er niet om afscheid te nemen. Ik had haar zorgtaak nog een keer gezien. En nog een laatste keer haar in mijn armen willen. Voelen. Ik moest gaan. Ik keek een laatste keer het bureau door. "Niet de boel in de soep laten lopen hè?" Grapte ik voordat ik vertrok. Ik reed naar de ponti uit gewoonte. Gebruikte nog een keer mijn. Sleutel. Eva zat in de keuken met haar rug naar de trap. "Hey", zei ik gespeeld opgewekt. "Ik dacht dat je al weg ging." Zei ze. "Ik wilde je deze teruggeven." Zei ik. En ik haalde de sleutel van mijn bos. "En ik wilde je gedag zeggen," zei ik. "Doei." Zei Eva en stond op. "Eef alsjeblieft. Doe dit nou niet. Ik wil dat we vrienden blijven." Jokte ik half. Ik wilde zo veel meer van haar zijn. Maar dat kon niet meer. Ze was met hem.
Ze keek me met diezelfde vochtige ogen aan. "Het spijt me." Zei ze. "Ik voel me wat verraden." Dit gaf een stomp tegen mijn hart. Ik wilde haar niet verraden . "Ik wilde je dit geven." Zei ze. Het was een houten spatel met een tekst erin gebrand.
"Voor als je samen wilt koken. Liefs Eva." Ik glimlachte. "Dank je wel." Zei ik. Ze liep van me weg. "Het ga je goed Wolfs." Zei ze. "Eef wacht." Ik had iets voor haar laten maken. Het was een ketting van de vlindertatoeage op haar schouderblad. "Zodat je nooit vergeet dat je zo mooi bent als een vlinder." Zei ik haar de ketting om hangend. Ik kuste haar slaap voor de laatste keer. "Wel gelukkig worden, hè Eva." Zei ik haar omhelzend. Ik deed mijn ogen dicht om het gevoel van haar in mijn armen in mijn geheugen te prenten, haar geur in mij op te nemen om nooit meer te vergeten. Maar vooral om even te genieten. "Ik moet gaan lieverd." Zei ik haar loslatend. Een paar tranen rolden over haar wangen. Ik veegde ze weg met mijn duim. Ik wist niets meer te zeggen. "Dag lieve Eva." Zei ik dus maar. "Dag Floris Wolfs." Antwoordde ze. Ik legde de sleutel, die nog steeds in mijn hand had, op de tafel en vertrok. Het meest dierbare in mijn leven achterlatend.