“Met kennis van dit bewijs kunnen wij hem aanhouden voor stalking en poging tot moord.” Boven op de rest. Die ziet geen vrijheid meer.” Zei Minjon. “Nee. Maar dan moeten we hem vinden.” Zei Wolfs. “Al was het maar dat hij haar niet meer kan lastigvallen.” Zei Wolfs zijn arm om Eva heen slaand. “Ik heb een idee. Maar dat is niet zonder risico.” Zei Minjon. “We luisteren.” Zei ze. “We moeten hem uit de tent lokken.” Zei hij. “Als wij de bewaker uit de gang nou verwijderen. “Stelde de agent voor. Wolfs keek hem aan. “Nee. Absoluut niet. Dan doet hij haar wat. Nee.” Zei hij. Eva legde haar hand op die van hem. “Ik kan wel op mezelf passen hoor.” Zei ze. “Als jij jezelf bent ja. Maar je bent schichtig, je slaapt nauwelijks.” Ze keek hem aan met haar bekende, het zal allemaal wel blik. “Ik red me wel.” Zei Eva hem indringend aankijkend. “Dat is niet eerlijk, Eva. Je weet dat ik je zo niets kan weigeren.”
Eva glimlachte. “Dat weet ik. “Zei ze.” Vooruit dan. Maar dan wordt zij gepeild. Als hij haar ontvoerd dan ben ik haar kwijt”, zei hij. “Ja natuurlijk. Kom even mee naar het bureau. Dan regel ik een zender. “Als u dan naar het hotel gaat, de beveiliging gaat pas als alles werkt.” Wolfs knikte. “Ik breng haar eerst weg. Ik laat haar niet alleen over straat.” Zei Wolfs. “Kom op, zeg Floris, het is letterlijk bij de andere uitgang de hoek om het einde van de straat, dat kan ik heus wel zelf.” Zei Eva licht geïrriteerd. “Mensen verdwijnen 5 meter voor de voordeur, nog dat weet jij ook. "Eva keek hem aan. Ze wist wel dat hij haar wilde beschermen. Hij zag haar gemoedstoestand. Maar was blind voor zijn eigen. Hij was overbeschermend. Nerveus. Hij sliep niet beter dan dat zij deed. Zij wilde net zo hard als hij dat Bols gepakt zou worden. Maar meer voor hem dan voor haarzelf.
De dagen erna gebeurde er weinig. Om Bols te lokken was inderdaad de beveiliger bij de deur weggehaald. En Eva liep regelmatig even over straat. Maar er gebeurde niets. Ze voelde zich wel regelmatig bekeken. Voor de veiligheid zat er een kleine pijlzender in haar armbanden. Voor het geval dat. Ze liep naar de winkelstraat verder op. Daar haalde ze een broodje bij de HEMA en liep daarna naar het plein erachter. Bij een cafeetje ging ze even zitten. Haar telefoon ging af. Het was een onbekend nummer. Ze had afgesproken die niet op te nemen. Na een paar minuten. Kwamen er verschillende meldingen van haar voicemail.
“Er zijn 5 nieuwe berichten. Eerste nieuw bericht vandaag om 12:25.” Zei de computer. “Dag Eva. Wat ben je weer mooi. Het spijt me mijn liefste dat ik je pijn moest doen, maar kijk waar je nu bent.” Het bericht stopte. Het volgende bericht was 2 minuten later ingesproken. “We zouden zo gelukkig geweest kunnen zijn, Eva.” Het was alles wat Bols nu zei, het derde en vierde bericht waren alleen maar wat zware ademhalingen. De laatste bevroor haar bloed. “Ik kan je zien, Eva, ik zal je altijd kunnen zien. Bestel nog maar een chocolademelk.” Zei hij. Dit bericht was nog maar 3 minuten geleden ingesproken.
Ze keek om zich heen. Maar zag niets. Waar kon hij zijn? Ze belde snel Wolfs op en gaf hem de toegangscode tot haar telefoon. Stond daarna op en liep verder. Na vijf minuten ging haar telefoon weer. Hetzelfde nummer, ze nam weer niet op. Nu kwam er geen melding van voicemail. Nog een minuut later ging weer haar telefoon. Ze pakte hem weer uit haar broekzak. Een seconde later voelde ze een hand op haar mond. Ze probeerde zich los te vechten. Maar daardoor wist haar aanvaller haar steviger vast te pakken. “Rustig blijven.” Zei Bols. “Je bent nu weer van mij.” Hij gleed zijn hand haar shirt in. “Hey, laat haar los.” Riep een voorbijganger. Hij pakte zijn telefoon en tikte overduidelijk 112 in. Bols liet haar met één hand los en pakte een geweer. “Doe die telefoon uit.” Riep hij.
A case of theft: this story is not rightfully on Amazon; if you spot it, report the violation.
De man deed wat hem gevraagd werd. Hij greep Eva weer vast. “Wij gaan niet rustig weg, Eva. Dan gaan wij weer veilig naar een ander land waar we gelukkig zullen worden.” Zei hij haar strelend. “Laat me los.” Riep ze. Een grote groep had zich verzameld om hen heen. “Laat haar los.” Hoorde ze Wolfs zeggen. “Ik zweer het Bols, ik maak je af als je haar niet loslaat.” Zei hij. “Wees verstandig.” Hoorde ze Minjon roepen. “Je bent omsingeld. Laat haar los.” Riep hij. “Als ik haar niet kan krijgen, dan krijgt niemand haar.” Riep hij. Een heldhaftige omstander sloeg hem met een flesje op zijn hoofd. Door de schok liet hij Eva los. Wolfs pakte haar hand en trok haar weg. “Je bent aangehouden.” Riep Minjon. Wolfs lade zijn pistool door. “Wolfs niet doen.” Riep Eva. “Hij houdt nooit op Eef. Dat effect heb jij op mannen.” Ze ging voor hem staan en legde haar hand op zijn borst. “Hij is het niet waard. Doe je wapen weg.” Zei ze. “Hij houdt nooit op Eva.” Zei hij. “Als jij dit doet, zien we elkaar nooit meer. Ik wil jou niet kwijt. Hij is het niet waard.” Zei ze hem diep in zijn ogen kijkend. Hij liet zijn wapen vallen en legde zijn hand op die van haar. “Ik haat het als jij gelijk hebt.” Zei hij. Minjon en zijn collega’s rekende Bols in. “Goed gedaan allemaal.” Zei hij. “Breng haar maar naar het hotel. Wij handelen het wel af.” Zei Minjon.
“Wat gebeurt er nu?” Vroeg Eva de volgende dag op het bureau in Doorn. “We hebben genoeg om hem aan te houden, we zullen hem naar Limburg laten brengen waar hij in de cel vliegt voor meervoudige moord, fraude, ontvoering van u,Poging tot moord. En bedreiging met een vuurwapen. Er is overweldigend bewijs. Tegen hem, dus voor jullie is het voorbij nu.” Zei Minjon. “Meneer Wolfs, het was zeer leerzaam om met u te werken.” Zei hij glimlachend. “Bedankt denk ik dan.” Zei hij. Eva lachte. “Dat hoor ik vaker.” Zei ze. “We kunnen dus naar huis?” Vroeg ze. “Ja, jullie kunnen naar huis.” Zei de agent glimlachend.
Voor het eerst in bijna 2 jaar zaten ze 's avonds zo als ze altijd deden om de keukentafel van de ponti. “Ik heb het hier zo gemist.” Zei ze. “Dat vermoede ik al wel.” Zei Wolfs glimlachend. “Je ziet er ook beter uit.” Ze glimlachte terug. “Juna komt morgen hierheen, ze belde me, ze is bevallen van een zoon.” Zei Eva. “Dat wordt een drukke boel. “Ik wil morgen weer aan het werk.” Zei Eva, ze had wel genoeg stilgezeten in al die maanden. Wolfs zoende haar. “Kan ik je niet in tegenhouden. Wil ik ook helemaal niet.” Hij stond op en omhelsde haar. “Ga lekker slapen, het is laat.” Zei hij en kuste haar op haar slaap. “Alleen als jij meegaat.” Zei ze.
De volgende ochtend stond ze voor het eerst in 2 jaar weer op het bureau, het was alsof ze nooit was weg geweest. “Kijk nou zeg, daar heb je de koningin van een sekte.” Grapte Romeo. “Pas maar op hoor Romeo. Straks gebruik ik mijn macht nog.” Plaagden ze terug. “Eva!” Riep Marion en omhelsde haar. “Zo ongelofelijk blij je weer te zien.” Zei ze. “Majesteit. “Hoe is het met je prinsesje?” Hoorde ze Abel vragen. “Je bent weer terug.” Zei Wolfs. “Ik ben je veel verschuldigd.” Zei hij. “Helemaal niet, ze moest daar weg.” Zei Abel. “Ik heb een verrassing voor jullie.” Zei hij. “DigiD mijn nieuwe partner.” Zei hij, de man draaide zich om.” Donald? “Jij bent een collega?” Hij sprak wat gebrekkig Nederlands, maar vertelde dat hij infiltrant was bij de sekte, maar kon hij niets vinden dus was vertrokken. Hij voelde zich niet thuis meer in Ghana, dus hij was naar Nederland gekomen. “Eva. Ik dacht jou echt nooit meer te zien.” Mechels omhelsde haar. “Welkom terug. Ik heb vernomen dat jullie iets hebben samen?” Zei ze. Eva bloosde. “We hebben het daar later wel over.” Eva glimlachte. Mechels kennende begon ze er nooit meer over. Ze voelde zich eindelijk weer thuis.