3 weken kropen aan hem voorbij. Eva Lag nu 5 weken in coma. De artsen hadden haar nog niet opgegeven, maar waren ook niet erg hoopvol meer. "Ik ga met je mee."zei Liselotte. Het was de dag van de voogdij zaak. Lotte had hem geholpen in de laatste weken zijn zaak goed op te bouwen. Zijn advocaat Kaat Mindelheim was hoopvol dat hij Carmen zou terugkrijgen.
Samen met Lotte nam hij plaats aan een van de twee tafels. Marion, Romeo, Lucas en zelfs Zitman waren er als steun. Eva en Lottes moeder kwam binnen lopen. Gevolgd door haar vriend Nigel. "Wat doet hij hier?" vroeg Liselotte. "Ik denk hetzelfde als jij steun." zei Wolfs. "Die vent deugd niet. Ik kan niets bewijzen, maar hij deugd voor geen cent." zei ze. "Allen staan voor de recht bank." iedereen stond op en ging na een minuut of 2 weer zitten. "Goed, ik wil deze zaak vandaag afgehandeld hebben." zei de rechter. "Zaak nummer 12099634872. Waagenaar Versus Wolfs. Omtrent voogdij over Eva Carmen Maud Wolfs. Kind van het vrouwelijk geslacht leeftijd 3 jaar en 5 maanden."
Marianne Wagenaar depte een zakdoek tegen haar ogen. "Meneer De jonge u mag beginnen." zei de rechter. "ja dank u wel. De zaak is simpel. Mijn Client wenst de voogdij te krijgen over haar Klein dochter. Eva is haar dierbare gekoesterde Klein dochter. Zij vreest dat sinds haar Dochter mevrouw Van Dongen de moeder van het kind in het zieken huis ligt dat haar geliefde klein kind verwaarloosd word.
"Gekoesterd?" fluisterde Marion. "Ze weet niet eens dat haar roep naam Carmen is." fluisterde ze, "Stilte in de zaal alstublieft." zei de rechter. "Gaat u verder." zei hij. "Dank u. edelachtbare wij willen deze zaak ook af gehandeld zien. En eisen dat Eva Wolfs per direct geplaatst wordt bij mijn Cliënte waar zij veilig en gelukkig zal opgroeien. Dank u wel." zei de Advocaat.
"Mevrouw Middelheim." zei de rechter. "Dank u edelachtbare. Mag ik een paar vragen stellen met toestemming van het recht natuurlijk." zei ze. De rechter knikte. "Dank u. Mevrouw Wagenaar. Hoe noemde u uw klein kind? Haar roep naam volgens u?" Marianne stond op. "Eva, ze is vernoemd naar mijn dochter." zei ze. "Meneer Wolfs mocht ik uw dochter naar binnen laten wat ik zo zal doen om een punt te maken. Zal zij dan naar Eva luisteren?" hij glimlachte. "Nee. Ik denk dat ze zelfs te jong is om te beseffen dat het deel van haar naam is."
De deur werd opengemaakt en Carmen werd binnengelaten. Ze keek angstig om zich heen. "Hallo. Ik ben Kaat. En jij bent Eva?" Carmen schudde wild haar hoofd. "Wat is je naam dan kleintje?" Carmen keek doodsbang naar haar. "Ik maak bezwaar. Het arme kind is duidelijk bang." zei meneer de jongen.
"Ik heb een punt en daar heb ik jonge dame Wolfs even voor nodig." zei Kaat. "Bezwaar afgewezen. Maar mevrouw Mindelheim u heeft 2 minuten. "Meneer Wolfs mag ik u om hulp vragen?" ze liep naar Floris. "Noem haar naam niet die moet ze zelf zeggen. " Fluisterde ze. Floris knikte. En stond snel op. "Hey meisje." Carmen keek snel naar waar de bekende stem vandaan kwam. "PAPA!" riep ze en ze liep zo snel ze kon naar haar vader. "Papa optillen." zei ze. "Meneer Wolfs. Wilt u uw dochter vragen haar naam hard op te zeggen. En ik wil de recht bank er op wijzen dat hij haar roep naam niet genoemd heeft."
Hij tilde Carmen even op. "Zeg is tegen die mevrouw wat je naam is meisje." Carmen schudde haar hoofd. "Niet kennen papa." zei ze. "Het is goed meisje. Papa is er toch. Je mag van papa je naam zeggen tegen die mevrouw." zei hij. "Nog een keer liefje. Hoe heet je?" ze dook dicht tegen Floris aan. "Zeg maar hoe je heet." zei hij. Je hoeft niet bang te zijn. "Carmen Wolf mevrouw." antwoorden ze. "Goed zo meisje. Ga maar met tante Marion mee." hij gaf Carmen aan Marion die weer gelijk om hem begon te roepen. Hij moest zijn ogen even dicht doen. "Wat is uw punt?" vroeg de advocaat aan Kaat. "Als ze zo gekoesterd is. Waarom wist mevrouw Wagenaar dan niet dat haar roepnaam Carmen is en niet Eva?" vroeg Kaat.
Did you know this story is from Royal Road? Read the official version for free and support the author.
De rechter gaf een korte knik. Dit gaf Floris hoop. "Mag ik dan vragen waar meneer Wolfs zijn tijd spendeert? En waar hij dan zijn dochter laat?" vroeg meneer de jonge. "dat mag u zeker. Ik ben over dag op het politiebureau. Dan is Carmen in het dagverblijf waar ze met vriendjes kan spelen. 'S Avonds ben ik veel in het ziekenhuis waar mijn lieve vrouw Eva, Carmens moeder nog altijd voor haar leven vecht. Dan is mijn dochter of bij mijn schoon zus Liselotte die hier naast mij zit. Of haar peettante Marion Dreesen, de roodharige dame die u net zag, ik wil namelijk niet dat Carmen haar moeder zo ziet. Dat vind ik zelf al heel moeilijk. Laat staan voor een kind."zei Floris.
"Dus zorgt u niet voor haar." zei de Jonge. "Ik zorg er voor dat als ik er niet kan zijn, omdat ik bij haar moeder ben. Dat ze bij een verantwoordelijke volwassene is die Carmen kent en die mijn vrouw en ik vertrouwen." zei hij. "Mooi hoor. Maar Liselotte Wagenaar en mevrouw Dreesen zijn agenten." zei de man. "Bezwaar. Dat is geen vraag." zei Kaat. "Ik kom erop." zei meneer de jonge. "Snel dan." zei de rechter. "Als u voor een nood oproep moet komen wie zorgt er dan voor uw dochter. Zelfs al mocht uw vrouw herstellen, zij is ook agent." zei hij. "Leuk geprobeerd.dan past Frits Dreesen op. De zoon van haar peettante en inmiddels lang en breed volwassen. Die zij inmiddels oom fitsie noemt en dus ook goed kent"
De vragen vlogen nog een paar uur over en weer. Na 8 uur was het tijd voor het slot pleidooi. "Meneer de rechter. Mijn client Mevrouw Marianne Wagenaar is gepensioneerd. En kan dus dag en nacht klaarstaan voor haar klein kind is dit dan niet beter voor het kind dan dag verblijven en oppas adressen?" zei meneer de jonge.
"Edelachtbare. Mijn Client is Carmens vader. Mocht mevrouw van dongen ontwaken zullen zij weer samen voor haar zorgen. Mocht mevrouw van dongen sterven. Zal hij zelf de zorg voor Carmen dragen. In mijn ogen is het altijd beter om een kind bij haar ouders te laten en niet een onbekende groot moeder die haar naam niet eens kent. Dank u voor uw tijd."
De rechter stond op. "Ik ben tot mijn conclusie gekomen. Mijn vonnis luid. Dat met onmiddellijke ingang de voogdij voor de 3-jarige Eva Carmen Maud Wolfs volledig zal worden toe gewezen aan haar Vader. De heer Floris Wolfs." hij sloeg zijn hamer op de tafel en vertrok erna. Opgelucht zakte Floris weer in zijn stoel. In het ergste geval had hij Carmen nog. "PAPA!" hoorde hij achter hem. Marion bracht Carmen weer naar binnen. Hij nam haar zo snel, hij kon van haar over. "Papa. Carmen huis." zei ze boos. "Papa wil even bij mama kijken. Ok. Ga maar met tante lotje mee."
Een half uur later zat hij weer bij Eva. "Het is me gelukt Eef. Je moeder heeft haar niet van ons afgenomen. Hij streelde haar wang. "Ik mis je." zei hij. "Is het zo fijn daar? Kom je Daarom niet terug?" hij legde zijn hand op haar iets bollende buik. "Ze hebben je alle bij nodig Eva. En ik ook. Meer dan ik je kan uitleggen." Elena kwam weer binnen lopen. "O, sorry. Ik verpest een moment geloof ik." zei ze. Hij veegde een traan van zijn wang. "Was het maar waar. Ik vertelde haar alleen dat ons dochtertje bij me blijft. Tenminste iets van haar wat ik bij me kan houden." zei hij.
"Ik wist niet dat jullie al een kind hadden." zei ze. "Daar heeft Eva me niets over verteld." grapte ze. "Sorry, ik wilde je niet overstuur maken." zei Elena toen ze bij Floris tranen zag. "Het is al goed. Ja, we hebben een dochter. Carmen ze is 3. Ze zat ook in de auto, maar wonder boven wonder mankeerde ze niets." zei hij.
"Het ziet er niet goed uit, hè? Over een paar dagen ligt ze hier al 6 weken." zei hij. "Ik zal eerlijk zijn. Nee. Haar herstel lijkt gestopt te zijn. Er verandert helemaal niets. Het kan best zijn dat ze zo'n long stay coma patiënte wordt." hij sloot zijn ogen, hij voelde tranen ontsnappen, maar kon er niets tegen doen. "Ik ga naar huis Eef. Tot morgen." zei hij en hij kuste haar op haar lippen.
De wanhoop die hij voelde toen hij in zijn auto stapte, verstikte hem. Ja, hij had Elena gevraagd eerlijk te zijn. Maar het had zijn hoop om zijn geliefde Eva ooit nog gezond te zien weg genomen. Die vreselijke Sonja had gelijk. Ze was nu een kasplantje.