Eva schrok wakker. Ze keek op haar wekker, het was pas 4 uur. Ze voelde weer een vlaag van misselijkheid opkomen. Ze ging snel naar de badkamer. En gaf over. Dit gebeurde al een week of 2. gelukkig had Floris er nog niets van gemerkt, anders zou hij haar ziek melden en naar de dokter sturen. En daar had ze geen zin in. Het zal wel weer overgaan.
Ze liep even naar de kamer van Carmen. Ze lag in een diepe slaap. Ze streelde het meisje over haar haren. Haar nachtmerrie nog na werkend in haar hoofd. Het was een herinnering dat wist ze zeker. Hoe kon een moeder haar 3-jarige dochter achterlaten? Ze kon daar niet bij met haar hoofd. Ze moest er niet aan denken om haar eigen kleine meisje achter te laten.
Ze liep terug naar haar slaapkamer. Haar nacht merrie had haar van haar stuk gebracht. Voorzichtig deed ze haar slaapkamerdeur open om Floris niet te wekken. "Alles goed?" hoorde ze hem vragen. Ze glimlachte. Tuurlijk was hij wakker geworden. "Ja, ik dacht wat te horen. Maar het was niets." Loog ze. Hij Zuchtte. Hij kende haar. Hij wist dat ze iets achterhield, maar liet het gaan. Ze kroop dicht tegen hem aan en viel bijna gelijk weer in slaap. Hij streelde haar haren. Hij hield er niet zo van als ze dingen verborgen hield. Maar hij wist ook dat ze dat deed als ze dat nodig vond. Eva was niet een open persoon. Wat hij ook wel begreep met haar verleden. Hij hoopte alleen dat wat ze voor zich hield niet ernstig was.
De volgende ochtend aan het ontbijt hield hij haar een beetje in de gaten. Ze at niet veel. Ze had een paar happen op van haar dagelijkse cruesli, maar prikte er nu voor al in rond met haar lepel. Hij besloot er niet op te reageren. "Ik heb vandaag vrij genomen." zei Eva. "Zo, zo jij en vrij." plaagde hij. "Pestkop."zei ze en ze lachte naar hem. Hij vond het een iets geforceerd lachje. Het maakte hem wat ongerust, maar wilde er niet naar vragen. Ze was wat prikkelbaar de laatste paar dagen.
"Dan ga ik maar denk ik." zei hij "Moet Carmen naar de dag opvang? Of kan ze met je mee wat je ook gaat doen?" vroeg hij. "Ik neem haar wel mee." zei ze. "Dan zie ik je vanavond, ok." zei hij. Eva knikte. Met een dubbel gevoel vertrok hij. Ze was niet helemaal zichzelf en dat baarde hem zorgen. Hij zou er vanavond wel voorzichtig over beginnen.
Eva pakte haar dochter op. "Niet stiekem tegen papa zeggen hè, maar wij gaan even naar de dokter. Als papa dat weet wil hij weer veel te veel voor mama zorgen." zei ze. Carmen deed haar vinger voor haar mond en maakte een shh geluidje. Eva lachte. "Goed zo." Zei ze terwijl ze naar haar auto liep. Ze zette Carmen vast in haar kinderzitje. "Goed vast mama." zei ze. "ja je zit goed vast." zei ze en ze deed het portier dicht.
Een kwartiertje later zat ze in het ziekenhuis. Ze had een afspraak bij een gynaecoloog. Ze had zich wat verdiept in haar symptomen en had een en twee bij elkaar opgeteld. "Mevrouw van dongen. Ik kan u meedelen dat uw vermoede volledig juist was." Zei de arts. "U bent in verwachting." ze glimlachte. Ja, ze wist het eigenlijk wel maar het bevestigd horen maakte het echt. "Zal ik gelijk en echo maken om de lengte van uw zwangerschap te bepalen?" vroeg hij. Ze knikte. "Mag ik daar dan een uitdraai van. Mijn man weet nog van niets" ze wilden de foto hem vanavond laten zien als ze hem vertelde dat ze hun tweede kind verwachte.
This narrative has been purloined without the author's approval. Report any appearances on Amazon.
Ze liep de kleine behandelkamer uit. Ze had dankzij de echo ontdekt dat ze 12 weken zwanger was. Ondoordacht reed ze even rond. Voor ze er erg in had, vond ze zichzelf bij het huis van haar moeder. Ze wist ergens wel waarom. Ze wilde haar begrijpen. Ze keek om zich heen, ze was hier twee keer eerder geweest. Een keer na dat haar moeders man was vermoord. Toen had ze nog geen idee wie Marianne Wagenaar was. En een keer na dat ze de waarheid wist. Toen stond ze hier te schreeuwen. Dat was inmiddels 5 jaar geleden.
Ze nam Carmen mee naar de deur van haar moeders huis en belde aan. Een man deed open. Hij was een jaar of 60 grijs haar, een brede neus en bruine ogen, hij was ongeveer 1,90 lang. Hij bekeek haar van top tot teen. De manier dat hij naar haar keek, beviel haar niet. "En jij bent?" vroeg hij na een minuut of 2 "ik ben Eva. Woont Marianne Wagenaar hier nog?" vroeg ze. "Marianne." riep de man en hij bekeek haar weer. "Je dochter." riep hij.
Na 2 minuten kwam Marianne naar de deur. "Lotje ben je weer..." begon Marianne. "O jij bent het." zei ze. "Mama wie dat?" vroeg Carmen die aan de hand van eva trok. "Niemand belangrijk voor jouw meisje." zei Eva die met haar staal grijze ogen in die van haar moeder keek. "Je hebt een kind?" vroeg ze. "Dat zie je hè." zei Eva. Marianne knielde bij Carmen neer. "Hallo daar hoe heet jij?" Carmen ging verlegen achter haar moeder staan.
"Niet zo gek doen kindje ik ben je oma." zei Marianne. "Jij hebt het recht niet je dat te noemen." zei eva die Carmen optilde. "Ik ben het wel daar kun jij niks aan veranderen. "Biologisch misschien." zei Eva. "Waarom ben je hier?" vroeg Marianne. "Om te vragen hoe jij als moeder het kon. De laatste keer dat ik het je vroeg was ik zelf geen moeder, dus dacht ik misschien kan ik het ook wel. Mijn kind achterlaten. Maar zij is nu even oud als ik was. Ook al is haar vader een lieve goede man en goede vader, nog kan ik het niet bedenken haar bij hem alleen te laten. Hoe kon jij dat wel?" vroeg Eva. Niet dat ze boos was. Ze wilde haar moeder gewoon begrijpen.
Marianne zuchtte. "Ik ben jou niets verschuldigd Eva." zei ze. "Jij mij wel." Eva lachte sarcastisch. "Wat zou ik jou verschuldigd zijn?" zei ze. "Een leven. Zonder mij was jij er niet geweest." zei ze. "Nee dat klopt. Maar heb je verder veel voor me gedaan?" ze keek naar Carmen die haar hoofdje op de schouder van Eva legde. "Weet je wat het maakt ook niet uit of ik mijn verleden begrijp. Zo lang ik maar een toekomst heb, kom Carmen we gaan naar huis." Zei eva en ze liep van de deur weg. Zette Carmen stevig in haar kinderzitje en red weg.
Zijn telefoon ging. Hij keek op de klok. 'Verdorie' dacht hij. Hij hoefde nog maar een half uur als er niets acuuts zou gebeuren. Hij keek uit om naar huis te gaan. Naar zijn geliefde gezin. "Ja Wolfs?" zei hij geërgerd aan de telefoon. "Ja met Romeo. Kun je even komen. Een auto-ongeluk bij de N278. Volgens de technische jongens hier is er mogelijk spraken van opzet. En..." Romeo eindigde zijn zin. "En wat Romeo?" vroeg hij. "Ik wil naar huis, Romeo kan ik mijn meisje straks nog in bed leggen. En wat vrije tijd door brengen met mijn vrouw." voegde hij toe. "En er moet een rechercheur bij komen." zei hij. Floris vond hem niet helemaal geloofwaardig overkomen. "Je neemt me niet in de zeik hè?" zei Floris. "Nee. Je moet echt even komen." Zei Romeo. "Ik kom al. "
Romeo keek om zich heen naar de Ravage. De hulp diensten waren net ter plaatse, ze hadden de slachtoffers uit de auto bevrijd. "Hoe nam hij het op?" vroeg ze aan haar Partner. "Ik kon het niet Marion." zei hij. Ze zuchten. "Dit wordt een schok voor hem." zei Marion. Ze keek naar de ambulance die probeerde een van de 2 gewonden te reanimeren. "Ik hoop dat hij dit aan kan." zei ze. "Mevrouw Dreesen?" vroeg een van de brandweer mensen, die ook ter plaatse was. Ze keek de man aan. "Ze vroeg naar u." zei hij en hij gaf een krijsend meisje aan Marion. "Mama." riep ze in paniek. "Stil maar Carmen. Het komt wel goed."