Novels2Search

hoofdstuk 5

Een week ging aan hem voorbij. Ze waren er nu zeker van dat het kwaad opzet was. Eva's auto werd door een zwarte jeep met 120 km per uur bij de linker voorlamp geramd. Om vervolgens dezelfde zwarte jeep met een vaart van 100 km haar auto in het bestuurdersportier te rammen, zodat de auto meermaals over de kop ging.

Een man met een bivak muts stapte uit en liep naar Eva's auto leek er iets met een handschoen aan uit de auto te halen, daarna vertrok hij weer. Floris en de rest van het team had de beelden moeten aan zien. Hij werd er bijna niet goed van. "Gaat het Wolfs?" Had Marion hem gevraagd. Hij schudde zijn hoofd. En was naar de kleedkamers gelopen om op adem te komen.

Sonja liep de kleedkamer in. "Dus dat heeft ze overleefd hè, nou ja, wat je leven noemt." Zei ze. "Ze haalt adem en haar hart klopt, ze is niet opgegeven door de artsen die vechten met haar mee. Ze leeft nog." Zei hij. "Ik heb niks aan je als je telkens hier gaat zitten Siemen." Zei Sonja. "Wat?" Vroeg hij. "Siemen, chagrijnen, janken, zaniken." Riep ze.

Ik heb net een gerichte aanslag op mijn gezin moeten bekijken. Ik had even lucht nodig." Zei hij. "Niet zo zielig man, als het iemand anders zijn gezin was geweest." Begon ze."dan had ik dat iets makkelijker gevonden, ja. Maar dan hadden die beelden me alsnog geraakt. Onschuldige mensen proberen te vermoorden raakt mij nogal." Zei hij. "Jou niet dan? Vond jij het als buiten staander ook niet verschrikkelijk om te zien?" vroeg hij.

Ze haalde haar schouders op "ken haar niet." zei Sonja. "En die dingen gebeuren." zei ze. "Waarom ben jij in Gods naam rechercheur geworden?" vroeg hij. Ja, hij voelde het nu dubbel omdat het om Eva ging. De enige in zijn leven waar hij Ziels veel van hield. Maar als het deze Sonja was geweest had hij die beelden ook vreselijk gevonden en de dader willen pakken. Zijn telefoon ging. Blij om even weg te kunnen bij Sonja nam hij hem op. "Wolfs?" hij luisterde even. "Wat zegt u?" hij luisterde weer even naar de stem aan de andere kant. "Ik kom er aan. Ik kom er nu gelijk aan." riep hij. "Marion, Romeo meekomen," riep hij. "Waar gaan we naartoe?" vroeg Romeo. "Ziekenhuis. Eva." Marion knikte naar Romeo en liep achter wolfs aan.

Hij rende gevolgd door Romeo en Marion haar kamer in. Een arts stond op ze te wachten. "Een oplettende verpleegster zag dat deze niet klopte." zei hij en hij gaf een van de Medicijnen injecties aan Floris. Die hem in een plastic zakje stopte. "Wat zat er in?" vroeg hij proberend Kalm te blijven.

"Het lijkt een huis gemaakte cocktail. Ik heb de stoffen laten analyseren. Voornamelijk drugs. Cocaïne. Heroïne. Maar ook morfine en ketamine." zei hij. "En wat zou dit met haar doen?" vroeg hij. "In deze dosis? Als de verpleegster ook maar 10 minuten later kwam kijken, had het uw vrouw gedood."

Hij voelde dat hij door zijn knieën zakte. hij ging op de stoel naast Eva zitten. hij kon het niet geloven. Weer een aanslag op zijn Eva. Iemand was gebrand om haar om te brengen. Maar wie. Wie zou zijn prachtige Eva uit de weg willen hebben? "Heeft haar kind schade opgelopen door deze aanval?" vroeg Romeo. De arts schudde zijn hoofd.

"Nee de spuit leek nog maar net in het infuus systeem te zijn geïnstalleerd. Ook niet heel goed. Dus ik denk dat het niemand uit het ziekenhuis was." zei de arts. "Hoe bedoelt u niet heel goed?" vroeg Marion. De arts haalde een slang tevoorschijn. "Kijk. Ziet u hier de ingang van de slang? Daar was de naald door de slang heen geduwd zodat hij er aan de bovenkant uit kwam. Hierdoor kwam er maar 5 procent van die cocktail in haar bloed baan terecht. Elke verpleger en arts hier weet hoe zo'n slang aangesloten moet worden aan een infuus spuit." legde hij uit. "Als de slang niet was doorboord en ze had alle vloeistof binnengekregen was ze binnen een minuut gestorven." zei de arts.

"Mogen we de die slang hebben?" vroeg Romeo. Die Wolfs met de vraag bleker zag worden. Hij had inmiddels zijn aandacht op Eva gevestigd. Wat Romeo wel begreep. hij prevelde iets onverstaanbaars terwijl hij Eva haar haren streelde. "Oké. Zijn er ook bewakingscamera's in de gang of hier binnen?" vroeg Marion. "Niet hier binnen en er is er maar 1 op de kop van de gang. Maar ik zal u die beelden laten toe komen." zei hij. "dank u wel. Voor alles." zei Wolfs die was op gestaan. "Romeo wil jij Zitman vragen om Bewaking buiten haar kamer?" vroeg Wolfs.

Reading on Amazon or a pirate site? This novel is from Royal Road. Support the author by reading it there.

"Ja natuurlijk dit is poging tot moord." zei Romeo. "Ik blijf bij haar tot dat er bewaking is." zei hij. "Ja, ja, jij wilt gewoon onder de baas zijn tijd bij je vrouw op bezoek." grapte Marion. Ze gaf hem een bemoedigende kus in zijn haar. "Ik snap je wel hoor." zei ze en ze nam Romeo mee terug naar het bureau.

Een uur na dat Marion en Romeo vertrokken waren. Kwam Roland Roodburg Binnen. "Ik ben er hoor." zei hij. Roland was van de verdieping onder hun team. Een vriendelijke man met kort blond haar en blauwe ogen. Hij was niet heel stevig, maar wel goed in zijn werk. Hij had zich in burger gekleed om geen argwaan te wekken. Hij wilde helpen de dader te vinden.

"Je wordt op het bureau verwacht."zei Roland. "Ja, ik weet het"zuchtte hij "let goed op haar." zei Floris met onbedoelde dreiging in zijn stem. "Haar overkomt niets meer." zei Roland. Ik word om de 6 uur afgelost door Emma of Leon. Zei hij. Floris knikte. Hij trok de deur achter zich dicht en vertrok.

Weer een week ging voorbij. Het buurt onderzoek wat ze voor de 2e keer hadden gedaan leverde niets op. En de kentekenplaat op de jeep was vals dus daar liep het spoor ook dood. Hij keek even naar haar bureau.de leegte ervan maakte hem nog droeviger. Hij verlangde naar de tijd waar ze er zat. Geconcentreerd op haar werk. Wat ze 's avonds nog wel eens mee naar huis nam. Hij had wel eens geplaagd dat het ook een hobby voor haar was.

Hij zuchtte. Hij wilde er niet aan toegeven, maar zijn angst dat haar plekje altijd leeg zou blijven was er wel. "Floris Wolfs?" Hoorde hij een onbekende stem zeggen. "Ik ben op zoek naar Floris Wolfs." Hij keek op. "Ja. Hier." Zei hij. Een vreemde man in maat pak liep naar hem toe. "U bent Floris Wolfs?echt genoot van Eva Magdalena van Dongen en vader van Eva Carmen Maud Wolfs." Vroeg hij. "De enige echte." Zei hij. "Dan heb ik hier een dagvaarding voor u." Zei de man en hij overhandigde een enveloppe.

Hij opende hem las hem door en sloeg de brief daarna woedend op zijn bureau." gaat het?" Vroeg Marion. "ze willen alles van me afnemen." zei hij. "Wat bedoel je?" vroeg Marion. Hij gaf haar de brief.

"Geachte Heer Wolfs.

Langs deze weg wil ik u op de hoogte stellen van de aan staande zaak M Wagenaar Vs Wolfs. Jegens de voogdij over Eva Carmen Maud Wolfs.

U wordt verwacht op 15 augustus om 13:50 uur. Tot het voogdij geschil is opgehelderd zal het kind in kwestie onder gebracht worden in een pleeggezin.

U dient het kind binnen 24 uur na ont vangst van deze brief af te leveren bij pleegzorg. Ik hoop u voldoende te hebben geïnformeerd

Meester. Hugo de jonge

Familie advocaat."

"Hoe weet ze van Carmen?" vroeg hij "weet ik niet. Je moet hier gehoor aan geven Wolfs. Anders raak je haar zo in zo kwijt. Het is maar voor 3 weken." hij zuchtte. Die avond bracht hij Carmen weg zo als hem was opgedragen.

"Papa waarom hier?" vroeg ze voor hij haar over droeg. "Papa komt je snel halen meisje." zei hij tegen zijn tranen vechtend. Carmen keek hem smekend aan. Ze leek zo op haar moeder. "Kijk me niet zo aan meisje." hij keek weg. De vrouw van het tehuis nam haar mee. Hij kon haar om hem horen roepen. Het brak zijn hart om haar daar achter te laten, maar hij had geen keus.

Hij reed naar het ziekenhuis. Hij moest bij haar zijn. "Dag Eva." zei hij en ging naast haar zitten. "Hoe is het met je? " Vroeg hij. Hij zuchtte. Hij wilde zo graag dat ze antwoord kon geven. Haar standaard verpleegster kwam binnen. "Meneer Wolfs." zei ze. "Hallo Elena. Hoe is het vandaag?" vroeg hij. Hij sprak deze vrouw dagelijks. "Met mij of met Eva?" vroeg ze. "Beide." zei hij. "Met mij gaat het goed. Met uw Eva eigenlijk hetzelfde. Lichamelijk is ze er weer helemaal boven op, maar haar Coma wil ze maar niet uit komen. De artsen vrezen dat een hersenbeschadiging haar weerhoudt van ontwaken."

Hij zuchtte. "De moed nog niet opgeven hoor. Ik heb mensen gezien die er slechter aan toe waren dan uw Eva. Die op de drempel van de dood stonden, maar nu volledig zijn genezen. "Zei de verpleegster. "Dank je wel Elena." zei hij. "Ze betekent veel voor u." zei ze. "Nee. Niet veel. Alles." zei hij naar Eva kijkend. "Ze betekent alles voor me." ze glimlachte naar hem "ik neem aan u morgen weer te zien?" hij knikte. "Ik heb verder toch niets meer." zei hij.