De grimmige dokter keek hem aan. "Is ze?" vroeg Floris hij wilde de woorden verder niet uitspreken. De man zuchten. "Ze leeft nog." zei de arts. "Maar ze is nog niet buiten levensgevaar. Haar hartslag is zwak. En ze licht in coma. Verder weten we niet of ze hersenschade heeft opgelopen. Ze heeft verschillende diepe snij wonden. Ze is veel bloed verloren." Wolfs keek de arts aan. "En de baby?" vroeg hij. "De airbag in haar auto heeft zijn werk goed gedaan. Voor zo ver we kunnen zien heeft de vrucht geen hinder ondervonden van de crash. Ik moet u alleen nu een hele nare vraag stellen," zei de arts. "Voor het geval dat uw vrouw niet meer te redden is. Moeten we haar dan in leven houden voor uw kind?" vroeg hij. "Daar wil ik nu niet over beslissen." Zei Floris. "Ik wil naar mijn vrouw." voegde hij toe.
De arts knikte. "Kamer 6." Floris liep zo snel hij kon. Het was een twee persoons kamer maar er lag niemand naast haar. Ze werd beademd. Haar hart slag werd gemeten. Ze kreeg bloed toegediend. Door een infuus. En kreeg sondevoeding Hij keek op de monitor waar haar hartslag werd getoond deze was 55. Hij wist uit ervaring, dat het niet al te goed was, een hartslag onder de 60. Maar hij was al blij dat ze er nog was. Ze leefde nog en kon dus door vechten. Hij ging naast haar bed zitten. "Me niet in de steek laten hè meisje." zei hij haar hand pakkend. "Ik kan dit leven alleen aan als jij er ook deel van uit maakt." hij streelde zijn duim over haar wang.
Marion kwam de kamer binnen. "Ik heb Zitman gebeld. Ze wilt je dit weekeinde niet zien. Maandag moet je helaas weer gewoon aan het werk."zei ze. Hij knikte even. "Is het al bekent of het een ongeluk was of dat ze haar dood willen?" vroeg hij. "Maandag Wolfs. Ik zal dit weekeinde voor mijn petekind zorgen." zei Marion en ze verliet de kamer weer.
De vraag van de arts spookte door zijn hoofd. "Mochten we haar verliezen moeten we haar voor het kind dan in leven houden?" de arts had er dus weinig vertrouwen in dat zijn Eva het zou halen. Hij richten zijn blik weer op haar en streelde haar weer. "Dan kent hij jou nog niet meisje, jij geeft niet op." hij zuchtte. Hij wist dat hij die keus moest maken. Maar hij wilde die zo lang mogelijk uit stellen. Want antwoord geven op die vraag zou toegeven zijn dat er een mogelijkheid was voor zijn diepste angst.
De dagen die volgden leek Eva te stabiliseren. Ze werd niet wakker uit haar coma maar haar hartslag klom al vrij snel naar de normale 60 slagen per minuut. Dit gaf hem wat hoop. Door dat Marion voor Carmen zorgde, bleef hij dag en nacht bij haar. Na een paar dagen werd de zak bloed vervangen door vocht om uitdroging te voorkomen. Op de zondag leek ze teken te vertonen dat ze zelfstandig kon ademen. Ze leek dus inderdaad hard te vechten. Een uur voor dat hij maandag weg moest extubeerde ze haar. Wat wilde zeggen dat ze inderdaad zelfstandig ademde.
Hij kuste haar op haar lippen. "Blijf vechten meisje. Word snel wakker. Daarna kuste hij haar buik. "jij ook niet opgeven hoor je. Je moet ook blijven groeien." hij keek nog even naar Eva. "Ik houd van je Eefje." hij veegde nog een koppige traan weg en vertrok toen naar zijn werk.
"Wolfs mijn kamer." riep Zitman hij zuchtte dat beloofde wat, ze klonk chagrijnig "twee dingen Wolfs." zei Zitman. "Hoe is het met je vrouw?" vroeg ze. "Nog niet volledig buiten levensgevaar maar de artsen zijn hoopvol." Zitman knikte." dat is fijn. Nu punt twee. Ik geef, ik jou een nieuwe partner." hij zuchtte "Ik hoef geen nieuwe partner. Ik kan alleen werken tot Eva terug is." zei hij. "Leuk geprobeerd meneer Wolfs. Maar we weten niet wanneer en of mevrouw van dongen nog terug keert." zei ze. "Die komt terug."
hij ging zitten. "Een nieuwe partner dus." zei Zitman weer. Ze drukte op een knopje op haar bureau. Een paar seconde later kwam er een vrouw binnen lopen. Ze had overduidelijk donker rood geverfd haar. Blauwe ogen een hoog voorhoofd. Ze was gezet. Niet egt het type wat achter een verdachte aan zou kunnen rennen.
"Dit Wolfs is Sonja Zwakman. Jouw tot nader order Nieuwe partner." hij zuchtte. "Mevrouw Zwakman dit is Floris Wolfs. Ik wil dat jullie het ongeluk onderzoeken waar mevrouw van dongen bij betrokken was. Kunt u dat aan meneer Wolfs?" hij knikte. Hij wilde perse weten of iemand het gemunt had op zijn Eva.
"Wat is er zo bijzonder aan die van dongen van jullie?" vroeg Sonja. "Ze is slim. Geweldig in haar werk. Ze is collegiaal. Lief. Mooi." hij glimlachte even "maar ik denk dat ik niet de juiste persoon ben om daar antwoord op te geven. Ik ben een beetje bevooroordeeld." Zei hij. Sonja rolde met haar ogen.
"Hey. Wolfs hoe is het met Eva?" Vroeg Marion. "Zal ik dat maar An group vertellen?" Zei hij. "Als of je het erg vind om over haar te praten." Zei Marion plagend. "Leuk." Zei hij. "Wie is Eva?" Vroeg Sonja. "Mijn vrouw." Antwoorde hij. Hij had nog steeds een gevoel van trots als hij dat zei. "Juist. Iedereen. Nieuws over Eva, ze is nog niet veilig, en weten niet of ze een hersenbeschadiging heeft. Nu positiever. Haar hart klopt weer regel matig en ze ademt zelf standing, en voor het weer een roddel word, Sanders dan kijk in naar jou." Romeo deed net of hij de vermoorde onschuld was. "Ja ze is zwanger, en ons kind is voor als nog gezond, het heeft de klap niet gevoeld." Zei hij. Opgelucht het nieuws te kunnen delen.
"Hmm." Zei Sonja. "Wat?" Vroeg hij. "Waarom zou nieuws over jouw vrouw iedereen hier aangaan?" Snauwde ze." Hij keek even naar de grond om niet te fel te reageren, daarna weer naar Sonja." Mijn vrouw haar achternaam. Is Van Dongen." Antwoorden hij en hij ging achter zijn computer zitten. "O." Was het enige dat Sonja zei. "Kunnen we nu aan het werk gaan?"vroeg hij. "Je hoeft niet zo te bijten hoor." Fluisterde Sonja. "Ik kan er niets aan doen dat je vrouw een kasplantje is." Het kostte hem veel moeite om te doen of hij het niet had gehoord." Marion, hebben we beelden van die weg?" Vroeg hij.
Unauthorized duplication: this narrative has been taken without consent. Report sightings.
"Die zijn onderweg." Antwoorde ze. "Wat we wel hebben gevonden op haar auto zijn sporen van een botsing. Kijk." Marion liet een foto zien van het wrak. "Nog een wonder dat zij en haar kind nog enigszins leven." Zei Sonja. "Zo kan die wel weer hè. Het zijn slagoffers zo praten we niet over ze." Zei Floris. "Omdat het jouw gezin is zeker, heel professioneel." Zei ze.
"Ik zal niet ontkennen dat het om mijn vrouw en kind gaat, en ook nog eens mijn ongeboren kind. En ik weet niet hoe het ging waar jij vandaan komt maar hier hebben we respect." Zei hij. "Het is inderdaad een wonder dat ze nog leven en dat mijn dochtertje alleen maar wat schrammen had." Ging hij verder. Marion legde haar hand op zijn schouder. "Rustig nou. Anders moet je van de zaak." Zei ze. Hij deed even zijn ogen dicht om te proberen te kalmeren. "Wat had je op haar auto aangetroffen?" Zei hij zijn stem nog steeds vol woede.
"Ze is in eerste instantie aan de linkerkant geraakt. Kijk die rem sporen. Volgens de technische jongens wijst dat op veel te hard rijden. Het slipspoor daar is van Eva." Wees Marion aan op de foto. "Ze is dus een halve slag door geslipt, maar de reden dat het mogelijk niet alleen een door rijd misdrijf is. Zijn deze sporen." Zei ze.
Floris deed zijn bril op om er goed naar te kijken. "Ze is nog een keer van links in haar portier geraakt. En zo danig hard dat haar auto is gaan rollen." Zei ze. "Volgens de brandweer was er spraken van 3 tot 4 keer over de kop." Hij deed zijn ogen weer even dicht. Hij werd misselijk van het idee dat alles waar hij om gaf in de wereld zo moest afzien.
"Ze denken dat ze met opzet is geraakt?" Vroeg hij. "Ja de banden sporen en lak sporen zijn van bij de impact zones identiek. Ik moet ze gelijk geven dat het er uit ziet of iemand haar opzettelijk heeft geramd." Hij kneep het plastic bekertje in zijn hand fijn. "Ze wilden haar dood?" Zei hij. Marion sloeg een arm om hem heen. "Ik ben bang van wel." Hij probeerde rustig te blijven.
"Dus wie haat haar genoeg om haar te willen vermoorden?" Zei Sonja. "Dat zullen jullie wel weten, het is vast een rij tot buiten het bureau." Zei ze. "Wat bedoel je daar mee?" Zei Floris die zo abrupt was opgestaan dat zijn stoel omviel en met een dreun op de grond kwam. "Rustig man." Zei ze. "Is het niet zo dan?" Vroeg ze. "Eva is een warme lieve vrouw. Niemand wil haar dood." Zei hij zijn ogen bijna vuurspuwend. "Dat is niet wat ze beneden zeiden. Daar vonden ze haar nogal een kenau." Antwoorde Sonja. "HOUD JE KOP OVER MIJN VROUW WIL JE." Riep Floris. "Wolfs kalm." Riep Marion.
"Eva is sterk. Ze is stoer, niet bang om haar mening te uiten. Ze is niet op haar mond gevallen. Maar ze is ook warm. En een lieve meelevende vrouw. Die alles over heeft voor iemand waar ze van houd. Dus is het beter, als jij je kop over haar houd."
Iedere agent in de ruimte keek naar hem. Hij had zich nog nooit zo laten kennen. "Gaat het?" Vroeg Liselotte. Hij knikte stijfjes. "Ik denk dat je even een pauze nodig hebt." Zei ze hem aan kijkend. "Lotte vat dit niet verkeerd op. Maar kijk me niet zo aan wil je." Zei hij zijn ogen sluitend.
"Wat is dat voor een onzin?" Vroeg Sonja. "Omdat hij Eva dan ziet." Zei Romeo. "Liesje heeft dezelfde ogen als haar zus." Floris vocht tegen tranen hij wist alleen niet of ze van verdriet, angst of woede waren. Zijn emoties speelde tikkertje met elkaar. "Ik ga even... ik moet even weg." Hij liep richting de kleedkamers. "Instabiele vent zeg." Zei Sonja. "Nee." Zei Lucas. "Emotioneel."
Sonja haalde haar schouders op. "Moet je niet hebben met een zaak." Zei ze. "Dat probeerde hij ook. Maar jouw constante aanvallen. Laat ik het zo zeggen. Je zou voor minder." Zei Lucas. "Begrijp dit mevrouw Zwakman. Eva is bijna alles wat hij heeft." Zei Marion. "Privé moet je thuis laten." Beet ze Marion toe. "Ach stik erin." Ze liep achter Floris aan.
Ze trof hem aan in de kleedkamer met zijn gezicht in zijn handen. "Ik liet me gaan." Zei hij. "Ik liet me provoceren." Marion ging naast hem zitten. "Dat begrijpt bijna iedereen wel." Zei ze. "Ik mis haar Marion." Hij keek zijn collega aan. "Ik mis haar zo vreselijk. En dan zegt dat mens practices dat ze het er zelf naar gemaakt heeft. Ik kon er even niet tegen. Omdat ik haar zo mis. Ze is er. Maar." Zei hij.
"Ze is er ook niet, zo dicht bij je maar ook heel ver weg." Zei Marion die hem omhelsde. "Ik snap je. Ik zie hoe je lijd. Ik zag hoe het je raakt dat het een aanslag op haar lijkt te zijn. Kun je dit egt aan?" Vroeg ze. "Ik wil die gene die haar van mij af wilt nemen persoonlijk achter de tralies zetten. Ik wil in zijn ogen kunnen kijken." Zei hij. Marion knikte. "Kom. Dan gaan we daar voor proberen te zorgen." Ze hielp hem overeind.
"Zo dat duurde lang." Zei Sonja grijnzend. "Laat het." Zei Marion. "Hoe zou jij het vinden als het meest waarde volle in jouw leven mogelijk weg gerukt word?" Zei Marion. "Laat maar. Is er nog meer?" Vroeg hij. "Lak sporen worden onderzocht. Volgens Chantal van het lab. kunnen ze mits het originele lak is het merk en type auto vinden in die lak sporen." Hij knikte
" Waar precies was het?" Vroeg Lucas. "Hier vlak bij Sint Pieter." Zei hij. "Wacht is." Riep Liselotte. "Dat is 5 minuten rijden van af mijn moeders huis." Zei ze. "Ok Lotte, Marion en Romeo. Als we een type hebben buurt onderzoek in een straal van 8 kilometer. Lucas. Bekijk jij die beelden. Sorry dat ik jouw dat vraag maar ik verdraag dat nu even niet." Zei Floris. "En wat ga jij dan doen?" Vroeg Sonja. Hij keek naar de klok. "Ik? Ik ga naar mijn vrouw. Ik heb haar even nodig."
Een kwartier later zat hij in het zieken huis. "Wie wilde jou van me afpakken mijn schatje?" Zei hij haar haren strelend. "Waarom? Je bent zo'n prachtig mens. Waarom willen ze je dan van me af nemen, met opzet. Ik sloop diegene Eefje. Ik zweer je ik sloop ze. Ik hoop dat wie het ook gedaan heeft zich met geweld verzet." Zei hij haar nog steeds strelend. "Niemand die jou dit wil aan doen komt er mee weg."