Novels2Search

Valkenburg

“Welkom meneer Wolfs. Ik ben Roland de meester. Chef van het bureau Valkenburg. Mevrouw Mechels sprak lovend over uw capaciteiten.” Zei de chef. Het was een man met lichtrood haar. Atletisch gebouwd. Een witte huid en blauwe ogen. “Ik zet je samen met Mike.” Zei hij. Wolfs glimlachte zwak. Het was nu een half jaar geleden dat hij naar Valkenburg was vertrokken. Het eerste half jaar had hij thuis gewerkt, maar hij werd inmiddels gek van zijn vier muren, dus was hij maar naar het bureau gegaan. Hij miste Maastricht. Hij miste het team daar. Hij miste Eva.

Mike was een jonge man van midden 30 met bruin haar, een spitse neus, modder en bruine ogen. Hij was klein van stuk, maximaal 1 meter 70 lang. Zijn volle naam was Mike Stand. Volgens de chef was hij net bevorderd tot rechercheur. “En Wolfs.” Begon Mike. “Heb jij een liefje?” Vroeg hij. Hij vond dit een vreemde vraag voor iemand die je net ontmoette. Hij schudde zijn hoofd. “Je kent dat wel.” Drukke baan, geen tijd voor een meisje.” Zei hij. Wolfs vertrouwde deze man niet.

Hij reed na zijn dienst naar huis. Ze hadden een appartement voor hem geregeld, het had 3 slaapkamers. Een gebruikte hij als thuiskantoor. Als hij klaar was op het bureau, zocht hij voor Mark zijn mol. Hij had verder niet veel te doen. Hij kon niet veel sporen vinden. De mol leek of zeer discreet of slapend. Hij kwam aan bij zijn huis. De deur van het complex stond open.

Hij liep naar binnen met zijn hand aan zijn wapen. De deur van zijn appartement was ook niet afgesloten. Hij pakte zijn wapen en liep naar binnen. Sluipend liep hij de huiskamer in. Bij het raam stond iemand, maar door het licht dat ineens in zijn ogen scheen zag hij alleen een siluette. “Fijne ontvangst.” Hoorde hij. Hij liet zijn wapen zakken. “Verdomme, Eef!” Ze keek hem grijnzend aan. “Wat doe je hier?” Vroeg hij. “Ik wilde wel eens zien waar Erwin nu werkt.” Zei ze. “Eef, dit is gevaarlijk als ze weten dat ik om jou geef dan.” Ze stak haar hand op. “Dat weet ik.” Zei ze. “Waarom ben je dan hier?” Vroeg hij “ik miste je.” Zei ze. “Jij mij niet dus.” Zei ze droef kijkend. “Ik mis je elke dag. Maar je bent bij mij niet veilig.” Ze liep naar hem toe en omhelsde hem. “Ik kan wel voor mezelf zorgen.” Zei ze. Hij glimlachte en sloeg zijn armen om haar heen. “Dat weet ik.” Zei hij haar stevig vasthoudend. “Maar ik wil niet dat je dat hoeft te doen. “Zei hij. “Ik heb tijdelijke overplaatsing aangevraagd. Ik werd gek alleen thuis.” Zei ze. “Frank vraagt me constant uit. “En Maurice nou ja, dat is Maus hè” Zei ze. “Frank, houd van je Eva.” Zei hij. “Jij niet dan?” Vroeg ze hem aan kijkend.

“Dat antwoord weet je.” Zei hij. “Er is niemand waar ik meer van houd dan jij.” Eva glimlachte. “Niet eens Fleur?” Zei ze plagend. “Niet meer dan van jou, maar ook niet minder.” Plaagdraak.” Zei hij. “En laat me raden, je werkt nu hier?” Eva knikte. “Uniform dienst.” Zei ze. “Ik sta hier ingeschreven als Lucy Frost. “Wel hoofdagent hoor.” Zei ze. “Ik wil je gewoon helpen. Ik woon 3 deuren verderop.” Zei ze. “Eigenwijs koppige opdonderen.” Zei hij. “Ze mogen ons niet samen zien.” Zei hij. “We kunnen toch goede collega’s zijn.” Zei ze. “Ja, maar Eef alleen collega’s.” Ze kuste hem. “Je zegt alleen niet gezien toch. Hier zijn we toch alleen.” Zei ze en zoende hem. “Niet doen, Eva.” Zei hij. Hij kon haar niet weerstaan. “Waarom?” Vroeg ze hem diep in zijn ogen kijkend. “Omdat ze je gezien kunnen hebben. Eef alsjeblieft. Je bent te belangrijk voor me.” Zei hij. “Dan moet ik toch zeker bij je in de buurt zijn.” Hij zuchtte “Je bent onverbeterlijk.” Zei hij. Eva glimlachte. “Dat wist je toch al.” Zei ze speels. “Ga naar je appartement Eef.” Zei hij. “Vooruit, je komt er vandaag mee weg.” Zei ze en zoende hem. Daarna vertrok ze zijn appartement uit.

“Ah, meneer Wolfs. Ik wil je voorstellen aan een nieuwe collega.” Zei de chef. “Dit is Lucy Frost. Ze is overgeplaatst vanuit Groningen.” Zei hij. “Lucy staat tot jullie beschikking. Jullie hebben een lijk.” Zei Roland. “Ok. We gaan ter plaatse.” Hij sijnde naar Mike om mee te komen. “Neem Lucy mee.” Zei Roland. “Ja, oké. “Ik rijd wel met haar mee.” Zei Wolfs. “Pas je op? Je bent nu in uniform.” Zei hij in de auto. “Wat bedoel je?” Vroeg Eva. “Je bent nu geen rechercheur meisje.” Ze knikt. “We praten er in een van onze appartementen wel over.” Zei Eva. “Zo ken ik je.” Na een kwartier waren ze op het Pd. “Nou, wat hebben we?” Vroeg hij. “Margriet groen. 4 mes steken.” Zei Mike. “In een kruispatroon?” Vroeg Wolfs. “Ja. “Hoe weet je dat?” Vroeg Mike. “Al de zoveelste. Mark Notendop zit hier achter. “Dat is duidelijk.” Zei Eva. “Hoe weet jij dat?” Vroeg Mike. “Omdat ik haar heb gebrieft toen we hierheen reden. “Ik vermoede het al.” Zei hij. “ Mike leek het niet helemaal te vertrouwen. “Goed. Geen moordwapen. En geen DNA, de patholoog weet vast meer na verder onderzoek.” Ze hij. En Mike vertrok. “Vertrouw je hem?” Vroeg Eva. “Ken hem niet. Ik vertrouw niet snel.” Ze glimlachte.

If you encounter this tale on Amazon, note that it's taken without the author's consent. Report it.

“Margriet Groen, 32 jaar, vrouw van Chris Groen. Moeder van Dorien, Jolein en Rickert Groen. Leeftijden 10. 8 en 7.” Las Eva op. “Dochter van Nick en Amy koek. “Zus van Josef koek,” las ze verder op. “Josef koek?” Vroeg Mike. “Ken je hem?” Vroeg Eva. “Dat gaat je niets aan, Lucy.” Riep Mike. “Waarom niet, dat mag ze toch vragen?” Zei Wolfs. “Ik hoef haar niet te antwoorden. “Zei Mike, dan vraag ik het. “Ken je hem?” Mike keek van Eva naar Wolfs. “Ik snap het al.” Je wilt mij voor haar inruilen.” Zei Mike. “Ze is straatdienst. Dat kan niet eens.” Zei Wolfs. “Ik wil antwoord op mijn vraag. “Ken jij Josef koek?” Vroeg hij weer. “Ja, hij is bevriend met Charles Bakker.” Wolfs knikte. “Weer een signaal dus.” Zei hij. “Wat bedoel je?” Vroeg Mike. “Iedereen die notendop bedreigd.verliest een dierbare. “Zei Wolfs.

“Wat helpt ons dat?” Vroeg Mike. “Dat we vrienden van Mark en zijn bekende moeten gaan natrekken.” Zei Eva. “Wat een onzin, Lucy.” Riep Mike. “Dat is geen onzin. Ze heeft gelijk.” Hij keek Mike aan. “Tenzij jij een reden hebt om dat niet te doen.” Zei hij. “Onzin Erwin.” Riep Mike. “Dan kan ze kijken. “Ga je gang hoor Lucy.” Zei Wolfs haar. “Nee, ik verbied het.” Riep Mike. “Jij verbiedt haar te helpen met een zaak?” Mike knikte. “Ik ben hoger in rang.” Wolfs keek ongelovig naar Mike. “Als jij het zo wilt doen prima. “Ik ga naar huis.” Riep hij. En hij vertrok.

Na een uur werd er luid op zijn deur geklopt. Hij liep naar de deur en keek door het kijkgaatje, maar zag niets. Hij deed zijn deur open. En keek rond. “Politie.” Hoorde hij achter zich. Hij draaide zich om. “Ik houd je aan.” Zei Eva grijnzend. “Mevrouw agent. “Waar houdt u mij voor aan?” Vroeg hij. “Shit, ik had moeten zeggen dat ik een huiszoekingsbevel had.” Zei ze lachend. Hij stapte opzij om haar binnen te laten. “Dat uniform maakt je wat ondeugend, Eef.” Zei hij. Ze zoende hem. “Misschien moet je dat uniform dan uittrekken.” Zei ze uitdagend. “Maar mevrouw agent toch.” Zei hij grijnzend. Voordat hij haar zoende. “Waarom kan ik jou nou nooit lang weerstaan?” Zei hij en kuste haar weer.

“We moeten hiermee oppassen, meisje.” Zei Wolfs en kuste haar op haar voorhoofd. “Ik weet het.” Antwoordde Eva. “Misschien moet jij terug naar Maastricht. Hoe graag ik je ook bij me houd, Eef, jij bent daar veiliger.” Zei hij. “Leuk bedacht. Wolfs. Maar nee, ik blijf hier. “Zei ze. “Eef.” Zei hij. “Nee, ik blijf hier.” Zei ze. “Altijd koppig. Goed dan. Ik kan je niets verbieden.” Zeilinstructeur haar dichter in zijn armen nemend. “Ik vertrouw die Mike niet.” Zeiden. “Ik ook niet. Het is meer dan dat hij grof tegen je was.” Zei hij. “Hij wil niet dat wij in de bekende van notendop kijken. Wat als hij er 1 is. “ Vervolgde hij. “Dan wil hij niet gevonden worden. Om 2 redenen. 1 dan is iedereen om hem heen in gevaar. 2 het zal wel leuk verdienen.” Antwoordde Eva.

“Als wij goed zitten hiermee, Eef, moet jij terug naar Maastricht. Ik ben dansen bedreiging voor Mark.” Zei hij haar haren strelend.” Eva keek hem aan. “Dus?” Vroeg ze. “Dus als ze weten hoe dol ik op jou ben. "Ben jij de volgende met vier mes steken die we vinden" zei hij. “Floris Wolfs is dood, weet je nog? Jij bent zijn broer. Ik was dierbaar voor Floris. Ze weten niet dat jij dierbaren hebt, dat is de hele reden dat jullie dit hebben opgezet.” Hij zuchtte. “Ik hoop dat je gelijk hebt. Ik kan jou niet zo vinden. Dat kan ik echt niet.” Eva glimlachte en kuste hem. “Dat weet ik. “Hoe gaan we uitvinden of hij de mol is?” Wolfs keek haar aan. “Een hacker. Die moet sporen kunnen vinden. Het O.M. heeft een goede. Of.” Zei hij “of Larry”. Als hij een computer gebruikt van de politie. Zal hij zonder zijn naam erin te mengen dat kunnen doen. Maar dan moet een van ons naar huis om dat te regelen.” Zei Eva

“En jij wilt dat natuurlijk dat ik dat ga doen.” Hij schudde zijn hoofd. “Nee. Ik bel het O.M. wel om hem te benaderen.” Antwoordde hij. “Dat ga ik nu doen. Hoe eerder we hem ontmaskeren. “Destijds te eerder kunnen we terug naar huis.” Hij stond op en liep naar het kantoortje waar zijn telefoon lag. Na een kort gesprek met de O.V.J. liep hij naar de huiskamer. “Het is geregeld.” Zei hij. Eva kwam glimlachend naar hem toe. “Dan hebben we dus tot Larry wat vindt. Ze moeten hem in seinen, hij moet zoeken.” Wolfs knikte. “Mike lijkt me niet iemand van dikke beveiliging op zijn eigen spullen. “Nee. Dat lijkt mij ook niet.” Hij pakte haar hand. “Ik weet zeker dat hij het is, Eef. Als hij nou afwijkt hè, van zijn patroon, omdat Erwin niemand heeft.” Hij keek haar aan. “Mocht het verkeerd aflopen met mij, laat je dan niet zo slopen als vorig jaar, dat ben ik niet waard.” Hij omhelsde haar.

“Ik moet gaan.” Zei Eva. “Naar het bureau.” Ze kuste hem en trok haar uniform weer aan. “Wees voorzichtig.” Zei ze. Ze liep de deur uit. “Jij ook.” In de deuropening kuste ze hem nog een keer. Daarna liep ze naar buiten. Voordat ze haar auto instapte, werd er een doek op haar mond en neus gedrukt. Ze raakte bewusteloos. Ze werd een zwart busje ingetrokken dat daarna met hoge snelheid wegreed.