Nu stond hij er. Op het kerkhof. Een marmeren steen voor hem. Hij zuchtte. Hij wilde hier eigenlijk helemaal niet zijn. De aangeharkte perkjes. De dode bloemen. De plantjes die op het ene graf wel duidelijk werden bijgehouden en op de andere niet. Het was nu 3 weken geleden dat ze Mark en Mike hadden opgepakt. Ze zaten in voor arrest op verdenking van Moord en poging tot moord. De zaak tegen hen was zo sterk dat ze waarschijnlijk nooit meer vrij zouden komen. Maar wat had hem dat opgeleverd? Niets. Het leek wel alsof er in deze zaak alleen maar verliezen waren.
Frank legde een arm om hem heen. “Als ik wist dat jij het was he, had ik je niet het huis uit gezet.” zei hij. “Het geeft niet frank.” Zei hij. “Wist eva het?” vroeg Frank. Hij knikte. “Kom je moet weer aan het werk.” zei Frank. “Je knikt als Eva.” Zei Wolfs. “Iemand moet het doen.” Grapte Frank. Hij keek naar de shovel die de steen bij zijn lege graf wegtrok.
Hij reed naar het bureau. Hij wist niet of hij zo veel zin had om weer te gaan werken. De laatste 3 weken had hij verlof gehad om het een en ander te verwerken. Hij liep de trap op en het kantoor in. “Ja hoor, daar is die weer. Vers uit zijn graf gekropen.” riep Romeo pestend. “Hoe is dat nou om Zombie zijn?” grapte er mee er gelijk na. “Nou jongens even aardig doen nou.” riep Marion. “Dank je wel. Zei hij. “Ja joh anders eet je mijn hersens nog op.” zei ze grinnikend. “Nou zeg zo kan die wel weer.” hij draaide zich om. “Maar oeh ik ruik het wel hoor. Wat een graf lucht.” Grapte Eva die hem omhelsden. “Pestkop.” zei hij haar tegen zich aan drukkend. Het was kantje boord geweest die dag in het park. Maar gelukkig hadden de Ambulance medewerkers haar weten te redden. Zij had nog 2 weken in het ziekenhuis gelegen en hij moest nog het een en ander afhandelen in Valkenburg. Dus hadden ze elkaar nauwelijks nog gezien.
The author's content has been appropriated; report any instances of this story on Amazon.
“Dus jij was het gewoon zelf de hele tijd?” vroeg Romeo. Hij knikte. “Wie wisten er allemaal van?”
Vroeg Esmee. “Alleen Mechels. De O.V.J. en ik. Ja, op een gegeven moment Eva. Maar die is altijd al te slim voor haar eigen bestwil.” zei hij. “Hoe hard heeft ze je in elkaar geslagen?” vroeg Marion. “Best wel ja.” zei hij. “Ik wilde hem zelfs even nooit meer zien.” zei ze. “En hoelang duurde dat Eva? 2 minuten?” vroeg Marion lachend. “4 maanden.” antwoorden Wolfs. “Zo, zo dat is lang. Zei Mechels die haar kantoor uit kwam lopen. “Kan ik jullie even spreken.” zei ze. Eva en Wolfs liepen het kantoor in. “Nu jullie duidelijk een verhouding hebben. En nee Eva, ontken dat maar niet. Ik ben niet ziende blind. Moet ik jullie eigenlijk uit elkaar halen.” zei ze. Eva keek van Mechels naar hem en wilde wat zeggen, maar Mechels stak haar hand op. “Als jullie dat discreet kunnen houden en jullie werk uitstekend blijft, zal ik er buiten dit kantoor niets van weten.” zei ze. “Tijdelijke Dementie Mevrouw Mechels?” grapte Wolfs. “Meer plaatselijke Dementie meneer Wolfs.” Grapte Mechels. “Fijn jullie weer allebei in mijn team te hebben. Nou hup ga maar weer terug naar je Zombie feestje. Ik geloof dat ze wat bij passende snacks hebben gehaald.” zei Mechels.
Ze liepen het kantoor weer uit. Op een tafel lagen allemaal Halloween snoepjes. En rode drop veters. “Nou, daar zul jij wel raad mee weten hè?” Grapte Romeo. Hij keek rond. “Neh. ik heb me bekeert van Zombie naar vampier. Hij kuste Eva even in haar nek. “Ja dacht ik al. Het beste hapje van het kantoor blijft toch altijd mijn partner.