"Wolfs, Van Dongen mijn kamer", riep Mechels. Er waren nu een paar weken verstreken. Wolfs was wel wat op het spoor, maar moest van de officier concretere bewijzen vinden. Eva was iets naar hem opgewarmd. Ze beet niet constant zijn hoofd er meer af. "Jullie hebben een nieuwe zaak", zei Mechels het moment dat ze binnenliepen. "Een overval dit keer?" riep Eva licht geïrriteerd. De laatste 2 weken waren ze alleen maar op wat Eva 'straatklusjes' noemde afgestuurd. "Nee, Eva, een moord," zei Mechels. "Eindelijk", riep Eva. Wolfs lachte even. Zo kende hij haar weer. Eva trok de map uit Mechels handen. En ze vertrokken. Op het pd lag een jongen. Dat was het beste dat ze hem kon beschrijven, een van de Fo jongens gaf haar een ID-kaart "Merlijn Kramer". "Mijn God 15 jaar", zei ze. "Wat weten we verder?" vroeg Wolfs.
"Om het leven gebracht met messteken." "In een kruispatroon, zoals de katholieken een kruis slaan", zei Timo. "Modes operand van Mark Notedop dus", zei Wolfs. "Hoe weet jij dat nou?" Vroeg Eva. "Ik heb me in gelezen", ze knikte, maar bleef hem wat vreemd aankijken. "Zeg meneer Wolfs." Je broer had alleen oog voor de charmante dame naast u maar. Misschien wil jij een keertje uit eten?" vroeg Timo. Eva schoot in een schater lag. "Het spijt me, Erwin," zei ze met tranen in haar ogen van het lachen. Hij vond het heerlijk om haar weer te zien lachen. Even het licht in haar ogen weer aan te zien gaan.
"Ik geloof dat we niet zo bij elkaar passen, dokter?" zei hij. "Rozenveld." "Maar jij mag Timo zeggen hoor", zei hij. Eva lachte weer maar iets minder hard. "Ik had je moeten vertellen dat Timo nogal gesteld was op Wolfs", zei ze nog na giechelend. "Nu even terug naar het werk." "Naast de messteken nog meer opvallende dingen?" vroeg ze. "Momenteel niet, het moordwapen is niet gevonden." "Maar na autopsie weet ik meer." zei Timo. "Nou, ik ga deze arme jongeman inpakken voor zijn gratis ritje.", riep hij. Wolfs draaide met zijn ogen. "Kom je mee?" vroeg hij aan Eva. Ze knikte en liep met hem mee naar zijn auto. "Wat wil je doen?" vroeg hij. "We moeten zijn ouders op de hoogte stellen." Zei Eva. "Ik haat die momenten", voegde ze toe. Hij keek naar haar door zijn achteruitkijkspiegel. "Moet ik het doen?" vroeg hij. Ze schudde haar hoofd. "We zijn partners, dat doen we dus samen." "Zei ze resoluut." Ze tikte op haar smartphone en deed hem aan haar oor.
"Ja Esmee." "Kun jij voor mij uitzoeken wie de ouders zijn van Merlijn Kramer?" vroeg ze. Ze wachtte een minuutje, bedankte Esmee en hing weer op. "Ooh ook dat nog. Vader van Merlijn is Peter Kramer. Zijn moeder Mirjam is een jaar geleden overleden. "Ook een misdrijf", zei ze. "Ik heb nu al medelijden met de man." Zei Eva naar haar telefoon kijkend. "Dan denk ik dat Mark het inderdaad gedaan heeft of laten doen. "Als je een bedreiging voor hem bent, maakt hij jou niet af.", zei hij. "Wat bedoel je?" vroeg eva. "Hij wil dat degene die de bedreiging vormt laten lijden."Zei hij. "Dus hij doodt de bedreiger niet, maar degene waar hij of zij het meeste van houdt," zei hij. "Daar zou je gelijk in kunnen hebben." Zei ze met een mild verraste toon. Hij glimlachte naar haar. "Waarom zo verrast?"Vroeg hij. "Dacht je dat ik dat niet kon bedenken?" Zei hij plagend. Eva bloosde. "Je bent zo prachtig." Fluisterde hij. "Wat zei je?" Hij concentreerde zich op de weg "niets. innerlijke samenspraak". Zei hij zich schamend.
Meneer Kramer, het nieuws over zijn enig kind vertellen, was verschrikkelijk. De man stortte volledig in. Zelfs zo erg dat hij in elkaar zakte en Wolfs een ambulance moest bellen. Eva voelde diepe medelijden met hem. Aangekomen bij de ponti pakte ze haar eigen auto en reed weer gelijk weg. "Waar moet zij zo snel heen?" Vroeg Maurice, die net buiten kwam. "Ik volg haar wel." Zei hij. Hij was net zo bezorgd als Maurice. Een emotionele Eva kon gekke sprongen maken.
The narrative has been taken without permission. Report any sightings.
Hij had het kunnen weten. Ze was bij zijn graf. Hij liep zachtjes naar haar toe om haar niet te laten schrikken. "15 jaar pas." Ving hij op. Dit was typisch zijn Eva. Het niveau van vertrouwen dat ze met hem had voor zijn dood in scène was gezet was vele malen dieper. Dus besprak ze dat bij het lege graf. Hij stapte op een tak die onder zijn voet brak. Eva draaide zich in een flits om. "O jij bent het." Ze had gehuild. Haar wangen waren nog nat. "Sorry." Ik wilde je niet onderbreken." Ze haalde haar schouders op. "Wat doe je hier?" Vroeg ze. Stom natuurlijk dacht ze. hetzelfde als wat zij daar deed. "Ik maakte me zorgen, je was wat overstuur toen je weg ging." Zei hij naar haar toe lopend. "Dat valt wel mee." Zei ze haar ogen afwendend. Hij stond nu dicht bij haar. Zijn hart bonsde, zo dicht bij had ze hem al weken niet laten komen. "Op dit soort dagen is het gewoon een rotvak." Zei ze met verse tranen in haar ogen.
Zonder na te denken legde hij zijn hand op haar wang en streelde haar met zijn duim om haar te troosten. "Daar heb je gelijk in, Eef." Zei hij. Haar blik veranderde van verdriet in een van woede. "Wat is er?" Vroeg hij. "Jij gaat mij nu heel eerlijk antwoord geven." Zei ze. "Wat bedoel je?" Hij haten het als ze zo naar hem keek. "Floris?" Zei ze. "Jij bent Floris." Ze ademde woedend door haar neus. "Niet tegen me liegen Floris Wolfs." Alleen jij raakt mij zo aan en noemt me Eef." Hij had het kunnen weten. Ze was te slim om daar niet doorheen te prikken. "NOU?" Riep ze haar lippen dun makend. Hij keek haar diep in haar ogen aan. "Ja, ja Eva, ik ben Floris." Zei hij. "Vergeef me alsjeblieft." Zei hij smekend. Maar hij zag wel in haar ogen dat er in ieder geval op dit moment van vergeven geen sprake was.
"HOE KON JE?" Schreeuwde ze en sloeg haar vuisten op zijn borst. "AL DIE MAANDEN! HOE KON JE ME DIT VERDOMMEN AAN DOEN? Hij liet haar maar schreeuwen en tegen zijn borst aan slaan. Hij verdiende dit. "Ik heb God." V... dagen. Maanden om je gerouwd. Maanden me schuldig gevoeld. IK HEB MAANDEN NIET KUNNEN WERKEN, OMDAT IK DAGT JE NU ECHT KWIJT TE ZIJN. HOE KON JE ME DIT AAN DOEN? Brulde ze. "UITGEREKEND JIJ!" Ze viel op de grond. "Eva!" Hij wilde haar omhoog helpen, maar ze trok haar arm weg. "Raak me niet aan." Dat deed hem meer pijn dan haar vuisten of het schreeuwen. Ze stond weer op en keek hem aan. "Ga." Ze keek hem nog steeds woedend aan. "Uit mijn ogen Floris Wolfs. Ik wil je nooit meer zien." Zei ze.
"Laat het me uitleggen. Alsjeblieft Eef." Ze schudde haar hoofd. "Donder op. Ik wil jou nooit meer zien." Hij knikte. "Het spijt me." Zei hij en draaide zich om. Toen hij wegliep, hoorde hij haar in snikken uitbarsten. Hij wilde teruggaan en haar troosten. Maar dat wilden ze vast niet. Hij had haar nog meer pijn gedaan. Iets wat hij wilde voorkomen. 'Ach.' Dacht hij. 'Nu komt Mark in ieder geval niet achter haar aan.' Met tranen in zijn. Ogen liep hij weg en reed naar huis. "Erwin. Ik ben net klaar met koken." Riep Frank. "Nu niet." Riep hij en liep naar zijn kamer, pakte zijn spullen, liep door naar boven en pakte de meest dierbare dingen ook in. Daarna pakte hij pen en papier en schreef iets op, vouwde het dubbel, schreef iets aan de boven kant en liep weer naar beneden.
"Waar ga jij heen?" Vroeg Frank. "Weg." Hij gaf het papiertje aan Frank. "Wil je dit aan Eva geven en vragen of ze het echt wil lezen?" En haar duidelijk maken dat het echt het laatste is wat ik haar vraag." Zei hij. "Dan kwets je haar." Zei Frank. Wolfs zuchtte. "Dat heb ik al gedaan." Zei hij en hij liep weg. Hij stapte zijn auto in toen hij de hare zag parkeren. Hij zuchtte. "Dag, mooie lieve Eva. Het spijt me." Zei hij zachtjes en hij reed weg.