Hij liep de keuken in. Aan tafel zat Frank, hij keek hem woedend aan. “Durf je wel?” “Vroeg, wat bedoel je?” Vroeg hij. Frank leek al te veel te hebben gedronken. “Ze zou nu eindelijk van mij worden.” Riep hij. “Ze was woedend op jou. Dus kon ik haar troosten.” Frank sloeg op de tafel. “En dan kom jij terug. En omdat jij op hem lijkt.” Zei hij. Frank stond op en zwalkte wat. “Ze voelde iets voor hem. Niet voor jou, jij maakt er misbruik van.” Zei Frank. Hij klonk heel dronken. “Ze is verliefd op je broer. Niet op jou. Je misbruikt de situatie.” Riep hij. “Frank, doe eens rustig.” Zei hij. Luister Erwin, jij bent hier niet meer welkom. Ik pikte dat Floris met haar... omdat zij van hem hield net zo veel als hij van haar. Maar jij. Jij gebruikt haar gevoelens. Jij gebruikt haar.” Zei hij. En Frank sloeg hem. “MIJN HUIS UIT.” Brulde Frank.
“Je begrijpt het niet Frank.” Zei Wolfs. “O, ik begrijp het maar al te goed. Jij dacht mooie vrouw, en Floris heeft jou vast verteld wat hij voor haar voelde. En jij als zijn tweelingbroer dacht vast. Daar kan ik wel mijn behoeftes op botvieren.” Zei hij. “Wist die broer van jou dat ik ook van haar hield, hè?” Zei Frank. “Ja, dat wist ik wel ja.” Zei Wolfs. “Jij gebruikt haar Erwin.” Herhaalde hij. “Ik ga al Frank. Ik wil geen ruzie.” Eva liep de keuken in. Haar haren vielen nat en nog los op haar rug. Hij vond haar zo mooi dan. “Goede middag.” Riep ze vrolijk. “Of niet zo goed.” Zei ze de sfeer voelend. “Hij gebruikt jouw Eva.” Zei Frank. “Waar heb jij het over.?” Vroeg ze. “Ik heb jullie gehoord, Eefke.” Zei hij. “Dat haat ze Frank, dat zou je inmiddels moeten weten.” Zei Wolfs. "Houd je er buiten!" Riep Frank, jij moet oprotten.” Zei hij. “Ik ga. Maar alleen als jij haar weer met respect behandelt, Frank.” Zei hij. “Jij gaat nergens heen.” Zei Eva. “Eef alsjeblieft.” Zei hij. “Ik zie je op het werk weer. Maar om de vrede te bewaren ga ik.” Zei hij. Eva kuste hem. “Jij gaat nergens heen Floris.” Zei ze. “Zie je wel. Je misbruikt haar.” Zei Frank. “Flor is dood, Eva. En dat spijt me, maar in zijn broer hem weer zien is niet goed voor je.” Zei Frank.
You might be reading a pirated copy. Look for the official release to support the author.
“Frank, je bent dronken, dit weet je morgen niet meer.” Zei Eva. “Het is al goed, Eef.” Zei Wolfs. “Ik ga wel.” Eva schudde haar hoofd. “Nee.” Ze kuste hem weer. “Jij blijft bij mij.” Ze keek hem indringend aan. “Verdorie, Eef je weet dat ik je zo niets kan weigeren.” Ze knikte. “Dat weet ik.” Zei ze grinnikend. “Frank, laat het gaan.” Zei ze hem. “Eva, hij misbruikt je.” Zei hij. “Ik ga Eva.” Zei Wolfs. “Ik wil geen ruzie.” Zei hij. “En het is ook veiliger voor jou.” Zei hij en liep naar zijn kamer om een paar spullen te pakken. “Wolfs, blijf nou.” Zei ze toen hij de keuken weer in kwam. “Ik moet gaan. Frank wil dat ik ga. En het is ook beter. Nee, Eva, kijk me niet zo aan. Ik houd van je, Eva. “Als hij dat weet, dan ben jij in gevaar”, zei hij. “Dat was ook de reden voor die geveinsde dood. Ik had naar Valkenburg moeten gaan.” Zei hij "jij was veiliger.Shit waarom kon ik je niet achterlaten. Dat was veiliger geweest voor jou.” Hij streelde haar wang. “Ik...” zei hij. Hij wist wat hij moest zeggen. Hij zou naar Valkenburg moeten om haar te beschermen. Daar undercover blijven tot het veilig was. Maar dat wilde hij niet. Hij wilde bij haar blijven.
“Ik weet het. Je moet gaan.” Ze omhelsde hem. “Zie ik je nog?” Vroeg ze. “Dat weet ik niet.” Hij kuste haar slaap. “Mocht ik niet meer terugkomen, wil ik dat je dit weet.” Hij zuchtte. “Jij was. Bent. “En zult altijd mijn grote liefde zijn.” Hij zoende haar. “Dit is niet eerlijk, ik weet het. Maar dit moest jij weten.” Hij liep de trap weer op. Hij draaide een laatste keer om. Eva stond onder aan de trap. “Ik hoop je nog een keer te zien.” Hij liep de ponti uit en reed naar het bureau. Daar regelde hij zijn overplaatsing. Mechels wilde dat niet, maar ze besefte ook dat het wel moest. “Je doet Eva hiermee wel verdriet.” Hij knikte. “Ze weet en begrijpt het. Zorg voor haar.” Zei hij. “Ik hoop ooit terug te kunnen.” Mechels knikte. “Het gaat je goed. Tot ziens.” Hij liep het bureau uit. En reed waarschijnlijk de laatste keer Maastricht uit.