Hij schopte de deur in met een enorm kabaal. Waarna hij en zijn team met getrokken wapens binnenstormden. "Eva!" Riep hij. Geen reactie. Ze moest hier zijn, deze oude loods was de plaats waar hij zijn slachtoffers heen bracht. Maar als Eva niet reageerde, dan was hij misschien wel te laat. Nee, dat moest hij niet denken. Hij liep verder de oude loods in.
"Handen omhoog." Riep hij naar een man die aan kwam lopen. "Vuurwapen." Riep hij toen hij zag dat de man aan zijn riem een holster droeg. Hij liep op hem af en greep het wapen uit het holster. "Waar is ze?" Vroeg hij. De man schudde zijn hoofd. "Waar is wie?" Zei hij. "Dat weet je best." De man gaf geen antwoord.
Wolfs liep een gang in met kantoren. "Lupo idioot. Dat is nog niet all clear." Riep Valencia achter hem aan. "Aida overnemen." Riep ze naar een collega. "Nino meekomen, we gaan achter Lupo aan." Zei ze. Wolfs schopte de ene na de andere deur in. Niets. "EVA!" Riep hij weer. "Kom op nou meisje, reageer!"
Valencia en Nino liepen achter hem aan, "het lijkt wel persoonlijk." Merkte Valencia op. "Hij was nooit zo vastbesloten." Zei ze. "Hij noemde dat meisje zijn partner." Antwoordde Nino. "Ja, 9 jaar geleden. Sofia was dat ook, die zal hij niet zo zoeken." Zei Valencia. "Zou ik ook niet doen, Arletti heeft hem aardig laten zitten. Net als Lucretia. Zijn ex-vriendin zei: Nino." nee, het is meer Nino."
Ze zagen Wolfs aan het einde van de gang een deur intrappen. Een seconde later hoorde ze een schot. Nog even later zagen ze Wolfs in elkaar zakken."LUPO!!" Riep Valencia terwijl ze samen met Nino door de gang rende.
Wolfs Verbeet de pijn die hij voelde. Verdomme, wat deed een kogel in je vest toch pijn. Hij was zo slim geweest 2 vesten te dragen. Aangezien Mauro bekend stond de kogelsoort Copkiller te gebruiken. "Lupo!" hoorde hij Valencia roepen. Hij stak zijn duim op "ben in orde." Hij stond op en liep de ruimte in. 4 gewapende mannen zaten in deze ruimte. Met op de grond iemand vastgebonden met een zak over het hoofd. Dat moest haar zijn. Nino, Valencia en 4 aangesnelde collega's rekenden de 4 mannen in.
"Eef." Riep hij. Ze lag doodstil. Het beviel hem niet. "Nee." Hij knielde naast het persoon. En trok de zak weg. Het was inderdaad Eva. Ze bloeden hevig uit verschillende wonden. "Nee hoor je me." Riep hij. "Je bent niet dood. Niet jij Eva." Hij voelde in haar hals. Ze voelde zo koud aan. "Nee Eva, dit doe je niet aan. Niet nu ik je gevonden heb. Nee!" Hij maakte haar los. "Is ze dood?" Vroeg Valencia. "Nee, dat mag niet. Kom op nou meisje." Hij voelde haar hals nog eens, ze had een zwakke snelle pols, hij glimlachte. "Ze leeft. Ze is onderkoeld." Hij trok zijn kogelvrije vesten uit en daarna zijn jas die hij snel over Eva heen legde. "Dekens, jassen!" Riep hij. Hij moest haar warm krijgen.
Unauthorized reproduction: this story has been taken without approval. Report sightings.
"Kom op nou, Eef." Riep hij haar warm wrijvend. Valencia kwam met een stapel jassen en een deken die ze had gevonden, 2 kantoren terug. Ze legde het over de vrouw heen. Ze had geen idee wie het was. Maar ze was speciaal voor Lupo. Dat wist ze zeker. Hij sprak Nederlands tegen haar. En leek haar kosten wat het kost te willen redden. "Dank je Valencia." Riep hij. Zoals altijd sloeg haar hart 3 slagen over als ze in zijn buurt was. Al wist zij ook wel dat hij niets voor haar voelde, behalve misschien vriendschap. Er was altijd iemand die zijn hart in gijzeling had gehad. En dat leek bijna wel deze bewusteloze vrouw te zijn. Ze wist niet wat een 'Eef' was, maar hij riep het steeds naar haar.
"Kom op meisje, word wakker." Riep hij wanhopig klinkend. Ze wilde hem bij dat 'meisje' wat dat dan ook was wegtrekken. Ze was vast stervende. Maar toen ze de moed had verzameld om dat te doen, bewoog ze.
"Goed zo, Eva." Zei hij. "Ik wist wel dat je sterk genoeg was. Kom op nou, Eef. Kijk me aan." Eva kneep met haar ogen. "Kijk me aan." Zei hij harder. "Wolfs?" Fluisterde ze zachtjes. "Eva." Riep hij opgelucht. Ze deed haar ogen open. "Waar?" Zei ze. "Doet er niet toe. Mijn God Eva." was alles wat hij kon zeggen. "Kunt u staan?" Zei Valencia.
Eva probeerde op te staan, maar voelde, haar benen gelijk onder haar weg zakken. "Ho. Rustig." Zei Wolfs die haar opving. "Niet alles tegelijk willen doen, Eef." Zei hij met de warmste stem die Valencia hem ooit had horen gebruiken. Hij zette haar op een stoel. "Nino, haal wat warms voor haar om te drinken." Zei hij. Ze keek Lupo aan. Hij keek deze vrouw aan met zo veel warmte en passie. Zo had ze hem nog nooit zien kijken. Zelfs niet naar Lucretia, zijn ex-vriendin. Die net als zij kleine overeenkomsten had met deze vrouw. Ze had bruin haar, net als zij en Lucretia hadden. Wat haar ook opviel, is dat ze dezelfde soort grijze ogen hadden. "Gaat het weer?" Vroeg hij aan de klappertandende vrouw. Ze knikte rillend.
"Even volhouden, Eef. Hij omhelsde haar. God, wat voelde dat goed. Haar na 9 jaar weer tegen zich aan voelend. Ze trok niet weg. Wat hij wel verwachtte dat ze zou doen. "Het spijt me, Eva." Zei hij. Hij voelde haar armen om hem heen. "Ik had nooit weg moeten gaan." Zei hij. "Vergeef me alstublieft." Vroeg hij. En liet haar los. "Ik snap het wel," zei ze, hij lachte. "Kom, ik haal je hier weg." Met gemak tilde hij haar op. Uitgeput legde ze haar hoofd op zijn schouder. Hij glimlachte. "Kom jongens, we zijn hier klaar." Zei hij.
Hij droeg Eva de loods uit, terwijl technische rechercheurs naar binnen snelden. Hij zette haar neer in een ambulance. "Ze is onderkoeld. En gewond. Ze was buiten kennis." Zei hij het medisch personeel. Die knikte. Hij kneep haar even in haar hand. "Komt wel goed met jou." Zei hij en hij liep bij haar weg. Tranen stonden in zijn ogen. Moest hij haar nu weer laten gaan? Haar weer gaan proberen te vergeten? "Wolfs!" Riep ze. Hij draaide zich om. God, wat was ze mooi. Dacht hij. "Wat is er?" Vroeg hij. Zijn bonzende hart bedarend. "Nee.Laat maar." Zei ze. De ambulance sloeg dicht. En ze reden met haar weg. Hij zuchtte diep. Daar ging ze dan weer. Zijn grote liefde.