In haar nachtkastje vond hij een dagboek. Als hij een aanknopingspunt zocht. Stond dat Misschien hierin.
Italië. Wat een rot land zeg. Dat mensen het hier uithouden. Goed. Zitman zei me dat ik een dagboek bij moest houden naast mijn dagelijkse telefoontjes als bewijs materiaal. Ik ga morgen Mauro ontmoeten. Hij moet denken dat ik een modezaak begin vlak bij zijn vermoedelijke basis. Ik moet zijn vertrouwen zien te winnen. Volgens Zitman is dat voor mij vast makkelijk. Hij houdt wel van vrouwen en ik schijn zijn type te zijn.
Bah het idee. Het kan best zijn dat ik voor jaren zijn vriendin dan moet spelen. Alles voor de zaak. Als dit mis gaat, ben ik in levens gevaar dat risico neem ik. Wat heb ik nu nog in Nederland?O ja, van af nu ben ik Chiara Ricci half Italiaans half-Nederlands. Mijn vader is recent overleden, dus wil ik mijn zogenaamde Italiaanse roots onderzoeken. En gelijk een mode zaak beginnen. Als dit misgaat, zal ik internationaal geseind worden, dus ook zijn team zal zoeken.
Voor als jij dit al leest: ik heb je lang gemist. En ook al geef ik dat niet vaak toe, ik mis je nog steeds. Ging je weg voor haar of om mij? Ach, het doet er niet echt toe. Ik wilde dat je wist dat ik je miste.
Wie dit ook was. Ze was een infiltrant. Chiara's woorden deden hem weer aan haar denken. De vrouw waar hij de naam van wilden vergeten dus hem maar niet noemde of dacht. Dan zou zijn hart weer breken. De vrouw die hij maar niet vergeten kon. voor wie waren die laatste zinnen? Het maalde door zijn hoofd. Hij moest deze vrouw vinden. Al was het omdat mensen om haar gaven. Maar vooral omdat ze in karakter op haar leek.
Dag 1
Wat een kwal zeg. Als dit jaren gaat duren weet ik niet of ik het volhoud. Ik wist me net te weer houden om me voor te stellen met mijn echte naam. Ik ben dit ook niet echt gewend. Hij leek mij wel leuk te vinden, geloof ik. Bah alle vooroordelen zijn waar. Wat zijn die Italianen glad. Goed informatie. Nog niet veel. Hij heeft me uit gevraagd. Dus hoop ik dat ik snel meer kan vertellen.
Voor als jij dit leest: hoe houd jij het hier uit? Of zijn de vrouwen echt zo veel mooier hier? Ik weet het. We hadden niets. Nou ja niets dat een naam had. Wist jij wat ik voelde? Ging je daarom weg?
De eerste 20 tot 30 dagen beschreef ze hoe zij Mauro in palmden en zijn vertrouwen won. Elke pagina die Chiara schreef eindigde ze met een paar zinnen voor wat leek een speciaal iemand. Iemand waar zij om gaf. Maar haar ook pijn had gedaan.
Dag 31
Hij zoende me. Zijn alle Italianen zulke Slegte zoeners? Hij smijt met geld. Hij lijkt me te willen kopen. Cadeautjes en etentjes. Dagjes uit. Hij lijkt me nu eindelijk te vertrouwen. Hij wil dat ik morgen bij hem slaap, ik zal dan mogelijk meer zien.
This content has been misappropriated from Royal Road; report any instances of this story if found elsewhere.
Voor als jij dit leest: waar ben je? Ik zoek je. Ze zeiden dat je nu hier zat. In Venetië ik zoek je al een maand. Ik wil het begrijpen. Was mijn vriendschap niet meer genoeg?
Dag 1 jaar 2.
Het gaat zo moeizaam. Volgens Mauro hoort zijn 'Bella' niet bij zijn zaken. Door in te breken in zijn kantoor. Heb ik wat kunnen vinden. Er komt morgen een partij coke in de haven binnen. Hoelang nog? Ik vind het hier verschrikkelijk. En zijn 'Bella' zijn, valt me steeds zwaarder. Hij wil dat ik stop met de pil, hij wil een troon opvolger. Nou, dat dacht ik dus niet. Met hem het bed delen is al erg genoeg.
Voor als jij dit leest: ik geef het op om je te vinden. Ik zoek je al een jaar. Als je om me gaf, had je mij wel gevonden. Ik hoop je op een dag te zien.
De bewijslasten van Mauro. Stapelde zich op door haar dag boek op. Plaatsen en leveringen. Maar vooral ook namen. Wat haar werkelijke identiteit ook was. Dit was een slimme vrouw. Hij vond haar bij elke pagina die hij las interessanter.
Jaar 2 dag 300
Hij weet het. Mauro weet dat ik een mol ben. Dit is waarschijnlijk het laatste wat ik ooit schrijf. Vind hem en sluit hem op. Dan had deze hel zin, ik heb de pijl zender uit mijn telefoon in mijn bh gedaan, misschien kunnen jullie me dan vinden. Het zal vast te laat zijn. Bel Zitman. Die Staat in geschreven als mijn moeder. Als jullie dit lezen, zij weet aan wie dit dagboek gegeven moet worden.
Voor als jij dit leest: ik zag je gister. Je bent geen spat veranderd. Ik wilde je roepen. Maar ik verloor de moet. Je leek zo moe. Zelfs een beetje bedroefd. Ik wil dat je weet dat ik alleen heb toe gestemd om dit te komen doen omdat ik je wilde zien. Ik wilden weten waarom jij weg ging. Ik zal het nu nooit begrijpen. Ben je mij inmiddels vergeten? Vast wel. Al die vrouwen hier zijn veel spannender en vast mooier dan ik. Wat zou ik graag je naam hier noemen. Maar dan loop jij gevaar. Dat kan ik mezelf niet vergeven. Ik ben jou nooit vergeten. Ik heb je dit nooit gezegd, misschien had ik dat wel gemoeten. Had je dan gebleven als ik je dit wel had verteld? Ik zal het nooit weten. Weet dit. Ik heb altijd van je gehouden. En dat doe ik nog steeds. Vaarwel.
De wanhoop op die laatste bladzijde was bijna voelbaar. Wie was toch diegene waar ze aan schreef. Als hij haar vond, moest hij het maar vragen.