Novels2Search

Angst houd aan

De school begon gek te worden. Alle klassen werden opgesplitst vanwege alle aanvallen. Zoals ze vroeger altijd Toverdranken deden met Griffoendor. Ze hadden Ginny al dagen niet gezien, want nu hadden ze alleen nog maar Toverdranken met de andere Ravenklauwen.

In de gang kwamen ze de tweedejaars Griffoendors tegen. Ze werden teruggebracht van gedaanteverwisseling door professor Anderling. "Ron," zei Loena snel. Hij keek op. "Zeg tegen Ginny dat we van haar houden." voegde ze eraan toe. Ron schonk haar een glimlach. "Zal ik doen," zei hij.

Sneep zette hen af bij Verweer tegen de Zwarte Kunsten. Hij klopte op de deur. Niemand deed open. "Verdorie Smalhart, doe de deur open." riep Sneep. "Je zou ons hier kunnen laten." zei Avalon. "En jou op het spel zetten." Hij schraapte zijn keel. "Ik bedoel het risico lopen dat jullie allemaal worden aangevallen. Nee." Zei hij.

Na 5 minuten kloppen en schreeuwen opende Smalhart de deur van zijn kamer. "Ben je eindelijk klaar met het schilderen van die lelijke smoel van je, Smalhart?" zei Sneep geërgerd, "of zijn je krulspelden in de knoop geraakt?" voegde hij eraan toe.

"Ik moet eigenlijk lesgeven," ging hij verder. "Ja Severus, dat hebben we allemaal. Dit begeleiden naar lessen is onzin." klaagde Smalhart. "Het kan me niet echt schelen wat jij denkt. Zorg er gewoon voor dat deze leerlingen veilig zijn." zei Sneep toen de klas binnenkwam. "Let op ze." zei Sneep tegen Smalhart. "Als haar iets overkomt, zal ik je lelijke smoel nog lelijker maken." voegde Sneep eraan toe voordat hij wegliep.

Opnieuw las Smalhart voor uit zijn boek. Deze keer ging het over het wegwerken van een weerwolf. Eentje die hij had genezen met een wolfskruiddrank. Toen ze Sneep er een paar dagen later naar vroeg, vertelde hij haar dat er inderdaad een drankje was dat het veilig kon maken om bij haar in de buurt te zijn. Maar er bestond niet zoiets als een geneesmiddel voor een weerwolf. Dus ze wist dat hij loog.

De avonden waren vrij saai, maar het leuke van opgesloten zitten in de gemeenschappelijke ruimte was dat je vrienden kon maken in je eigen huis. Op een koude maart avond zaten Loena, Avalon en Oona in hun slaapzaal. Ze maakten hun huiswerk met de andere meisjes uit hun jaar. Een van hen had lichtpaars haar, dat ze meestal kon veranderen.

Ze had prachtige grijze ogen en het was duidelijk dat ze een opvallende schoonheid zou worden als ze uit haar kinderlijke uiterlijk zou groeien. Ze heette Emma Tops, een ander meisje had de vervelende gewoonte om te weten wat je dacht. Ze noemde het legillimentie. En dat ze het van nature had, en dat haar kracht een generatie oversloeg. Ze had het van haar oma.

Ze had bruin haar. Een lichte huid en blauwe ogen. Haar naam was Lucy Kowalski. Volgens haar verhalen hadden haar grootmoeder en grootvader een grote invloed op de val van. Grindelwald, wie dat ook was. En dat hoewel ze als zuiverbloed werd beschouwd omdat haar moeder een heks was en haar vader een tovenaar, ze vertelde dat haar grootvader van vaderskant een bakker was geweest die met een heks was getrouwd.

Het laatste meisje in haar slaapzaal heette Sharon Prewett, die bijna bij haar geboorte wees was geworden. Ze had haar leven doorgebracht in een Dreuzelweeshuis in de buurt van Londen. Dat had ze Avalon verteld. Haar ouders had ze ook nooit gekend. En volgens de weeshuismoeder stond ze geregistreerd als Sharon Prewett, dus hadden ze die naam aangenomen.

Ze had kastanjebruin haar dat bijna rood was. En helderbruine ogen. Ze vertelde ook dat zij tot de dag dat haar brief aankwam geen idee had dat ze een heks was.

"Kun je het lezen van gedachten van mensen blokkeren?" vroeg Avalon aan Lucy. "Ja, dat kan ik. Ik kan ook mijn geest afsluiten voor andere tovenaars," zei ze. "Kun je Sneep lezen?" vroeg Loena.

"Nee dat kan ik niet, ik denk dat hij geleerd heeft zijn gedachten te blokkeren." antwoordde Lucy. "Wie zou dat willen?" Vroeg Emma. "Nou, ik weet het niet. Ik zou wel willen weten wat hij verbergt." zei Avalon.

"Wees voorzichtig met wat je wenst." zei Oona. "Ik wilde weten wat mijn vader verborg. Na een welgemikte spreuk vertelde hij me precies wat het was. wist ik veel dat hij slechts mijn stiefvader was." legde Oona uit.

"Dat zuigt." zei Loena. "ach ik ben er overheen." legde Oona uit. "Jullie hebben tenminste ouders. Stief of adoptie." zei Sharon. "Ik heb 11 jaar in het weeshuis gezeten. Niemand wilde me hebben. Ik was niet schattig genoeg als baby en ik was niet jong genoeg toen ik groter werd." zei Sharon, terwijl ze verdrietig keek.

"Je hebt nu een familie." zei Loena. Sharon glimlachte naar haar. De volgende weken bracht Avalon graag tijd door in hun gemeenschappelijke ruimte, maar de gespreksonderwerpen werden saai. Ze verlangden naar meer te doen. De volgende les Verweer tegen de Zwarte Kunsten was nog belachelijker. Nadat hij weer bladzijden uit zijn eigen boek had gelezen, sprak hij de klas toe.

"Ik denk dat het ergste voorbij is, kinderen." zei smalhart, "Ik denk dat de dader nu weet dat ik hier ben en zich zal terugtrekken. Ik denk dat de aanvallen voorbij zijn," zei hij. "En waarop baseer je dat?" zei Avalon, hem eindelijk zat.

"Zijn er nog aanvallen geweest?" zei hij. "Nee, maar de vorige keer was het maandenlang stil." riep Sharon. "Ja juffrouw Prewett. Maar deze keer hebben we een geneesmiddel gevonden in Mandragora. Zodra dat gedaan is zullen we dit tot op de bodem uitzoeken." zei smalhart glimlachend.

De bel ging en Lockheart kreunde. "Laten we gaan ik moet je naar Toverdranken brengen," zei hij boos klinkend. "Laten we gaan ik heb nog meer te doen. Zoals me klaarmaken voor mijn tweedejaars Griffoendor les. En mijn haar heeft aandacht nodig." klaagde hij terwijl de klas hun boeken verzamelde. "KUNNEN JULLIE OP SCHIETEHN?" riep hij. "Iemand is prikkelbaar," fluisterde Avalon tegen Loena.

"Hij kan ons ook zelf laten gaan als het zo lastig is." Fluisterde Loena"Ik bedoel, hij is er toch zo zeker van dat het voorbij is?"zei ze er iets harder dan fluisterend aan toevoegend. "Weet u wat juffrouw Leeflang. Ik denk dat je gelijk hebt," zei hij. "Gaan jullie maar gewoon. Ga naar Toverdranken," zei hij. "Maar meneer, dit zijn de regels." zei Emma. "Die regels interesseren me niet, GA!" riep hij, "laten we gewoon gaan." zei Avalon. En ze verlieten allemaal snel het lokaal.

Toen ze bij Toverdranken aankwamen, moesten ze een paar minuten wachten tot Sneep terugkwam. Toen hij de gang in kwam keek hij boos. "Waar is Smalhart?" vroeg hij. "Hij wilde niet met ons mee," zei Avalon ronduit. "Wat?" Snauwde Sneep, terwijl hij snel zijn klaslokaal opende. "Ga naar binnen. Blijf daar, ik ben zo terug." zei hij en liep weer weg.

Na ongeveer 15 minuten kwam hij terug, nog bozer kijkend. "Ik geef vandaag geen les, ik neem jullie mee naar jullie gemeenschappelijke ruimte," zei hij. De klas wilde hem niet tegen zich in het harnas jagen, ze hadden allemaal gezien hoe hij snauwde. Dus in plaats van iets te zeggen, volgden ze hem rustig.

Die avond speculeerden ze allemaal over wat er was gebeurd. "Ik zweer dat ik hoop dat Sneep hem verrot slaat." zei Avalon toen het gesprek over Smalhart ging. "Hij is zo'n nepperd. Ik kan niet geloven dat ik hem ooit leuk vond." zei Lucy. "Helemaal." voegde Loena eraan toe.

De volgende dag mochten ze iets leuks . Na een paar weken zonder aanvallen besloot de faculteit dat het oké was om een Zwerkbalwedstrijd met publiek te houden. Vandaag zou Griffoendor tegen Ravenklauw spelen. Ze passeerden de Grote Zaal, die nog steeds gesloten was. "Oh verdorie." gilde Loena plotseling. "Ik ben mijn hoed vergeten," voegde ze eraan toe.

Loena had er een gewoonte van gemaakt om hoeden te maken voor de Zwerkbalwedstrijden. Ze had er een gemaakt die op een leeuw leek en een andere die op een adelaar leek. "Ik ga terug om ze te halen," zei ze. "Wil je dat ik meega?" vroeg Avalon. "Nee, ik ben zo terug." zei Loena. "Weet je het zeker?" Vroeg Avalon weer. "Ja, wie wil Loony nou aanvallen?" zei ze terwijl ze wegliep. "Wees voorzichtig!" riep ze achter haar aan.

Er gingen 20 minuten voorbij en Loena was nog niet terug. "Ik vertrouw het niet" zei Avalon. "Ik weet het." zei Lucy. "Stop met mijn gedachten te lezen" zei Avalon. "Sorry." antwoordde Lucy. "Geef het nog een paar minuten."Begon Lucy te zeggen toen Loena's bloedstollende schreeuw door de hele school scheurde.

This narrative has been unlawfully taken from Royal Road. If you see it on Amazon, please report it.

"LOENA!" Avalon rende de trap op. En ze bleef rennen. "LOENA!!" riep ze nog een keer. "AVA!" hoorde ze Loena schreeuwen, die van om de hoek van de bibliotheek leek te komen, en toen ze de hoek omkwam bleef staan.

Er lagen twee lichamen op de grond. Een van hen herkende ze als een meisje dat Patricia heette, omdat ze bij hen in Ravenklauw zat. Maar wat beangstigender was. Naast haar lag Hermelien Griffel. Er lag een klein handspiegeltje naast de meisjes. "Loena." zei Avalon. Loena stond stomverbaasd en keek genageld naar de vloer. "Loena." Zei Avalon nog een keer. "LOENA!" riep Avalon, waardoor Loena wakker leek te worden.

"Ja?" zei ze. "Haal Sneep en Anderling." Loena rende snel weg. Avalon legde haar mantel onder Hermelien's hoofd en vond iets anders om onder Patricia's hoofd te leggen. Na nog eens 10 minuten kwamen zowel Sneep als Anderling binnenrennen. "Oh mijn hemel, juffrouw Griffel, juffrouw Hazelaar." riep Anderling.

"Professoren. Ik heb dit bij hen in de buurt gevonden," zei Avalon. Ze overhandigde hen de spiegel. "Wat betekent het?" vroeg Sneep. "En jij vond,?" vroeg hij. "Nee, dat heeft Loena gedaan. Ik hoorde haar gillen en kwam haar zoeken." zei Avalon. "5 punten van ieder van jullie." zei Sneep. "Ik haat het om dit te doen, Avalon. Echt waar, maar jullie brengen jezelf in gevaar en dat is niet goed." zei Sneep.

Anderling wierp hem een verbaasde blik toe, maar keek toen snel terug naar Loena en Avalon. "Daar ben ik het mee eens, professor Sneep. Maar nu eerst het belangrijkste. Juffrouw Prins, juffrouw Leeflang, ga onmiddellijk naar jullie gemeenschappelijke ruimte en blijf daar." zei Anderling.

"Professor Sneep, laat Madam Plijster juffrouw Hazelaar en juffrouw Griffel in veiligheid brengen." voegde ze eraan toe. "Maar hoe zit het met Zwerkbal?" vroeg Loena. "Dat komt te vervallen, ik moet opschieten. Doe wat ik zeg, dames," zei ze.

Als er twee leraren waren die je niet moest dwarszitten, dan waren het Anderling en Sneep, dus deden ze wat hen gezegd werd. Die avond hoorden ze geschreeuw uit de hut van de jachtopziener. Ze konden het niet goed verstaan. Het leken twee mensen te zijn die door twee anderen werden weggeleid. Maar ze zaten te hoog om het goed te kunnen zien. De volgende dag stond er een bericht op het bord van plakbord, dat was opgehangen sinds de aanvallen waren begonnen.

"Belangrijke Mededeling!

Officiële update door Minister van Toverkunst Cornelis Droebel,

Aankondiging van de arrestatie van verdachte

Rubius Hagrid.

Op bevel van de vertegenwoordigers van Zweinstein

Ontslag van Professor A, P, W, B Perkamentus met onmiddellijke ingang."

"Oh mijn God," was alles wat Avalon kon zeggen. "Hagrid is weg? Perkamentus is weg. Dit is erg." voegde ze eraan toe. "erg? Dit is erger dan erg." zei Loena. "Zonder gekheid, dit is catastrofaal." onderbrak Sharon. "Ik kan Dreuzel geboren zijn, jij ook, Avalon. We gaan zo dood." zei Sharon paniekerig. "Rustig maar." zei Loena. "Waarom?" Zei Sharon, terwijl ze met de seconde wanhopiger klonk.

"Omdat als je het ergste verwacht, het ergste zal gebeuren." zei Loena. "We zijn voorbij de met zeide handschoentjes aanpak Leeflang," zei een jongen. "STOP." riep Avalon. "Stop. We zijn allemaal bang, we bedoelen het allemaal goed. Laten we niet ruzien." voegde Avalon eraan toe. "Ze heeft gelijk." zei Julie Smith, de klassen oudste. "We zijn allemaal bang, laten we een front blijven." zei ze. "Ja, het spijt me." zei de jongen. "Ik zal meer informatie inwinnen. Als Klassen oudste mag ik de toren verlaten." zei ze.

"Je bent Dreuzel geboren." zei Emma, "Ik ben halfbloed, ik ben veiliger. Als je me toestemming geeft, kan ik de informatie krijgen," voegde ze eraan toe. "Je bent erg dapper en nobel, bijna Griffoendor. Maar nee, je bent een eerstejaars, ik kan je niet sturen." zei Julie. Even later klikte de intercom aan en kwam de stem van professor Anderling.

"Alle leerlingen mogen in de Grote Zaal eten," en daarna klikte de intercom uit. "Laten we samen gaan." zei Julie. En zo liep heel Ravenklauw naar de Grote Zaal. Toen ze daar aankwamen, zat iedereen al aan hun huistafel. "Wat aardig van Ravenklauw om zich bij ons te voegen," zei een zelfvoldaan kijkende Swaderich.

Alle andere leerlingen waren nogal verslagen, want nu was elk huis een leerling kwijt. Nou ja, bijna elk huis behalve Swaderich. Een Huffelpuff stond op. "Ik zeg alleen dat Potter niet de erfgenaam van Swaderich kan zijn," zei hij. "Waarom denk je dat? zei Fred Wemel, die minder vrolijk klonk dan ooit. "Hij zou het Meisje van Griffel nooit aanvallen. Als hij de Dreuzelgeborenen zou aanvallen, zou zij de enige zijn die immuun zou zijn," voegde hij eraan toe. "Het spijt me, Harry," zei hij uiteindelijk.

De enige die net zo zelfvoldaan keek als de Zwaderich was Gladianus Smalhart. Hij was in gesprek met professor Sinistra en keek erg geamuseerd. De troonstoel van Perkamentus was leeg. Professor Anderling zat ernaast. Na het ontbijt stond ze op. "Laten we de feiten onder ogen zien. We zijn nu samen veiliger. Dus ik sta toe dat de lessen hervat worden zoals voorheen. En ik wil dat iedereen met minstens 3 personen reist. Het spijt me. Maar dit is waarschijnlijk het einde van onze geliefde school. Dus misschien willen jullie je koffers klaarleggen, voor het geval we abrupt moeten sluiten. Dat is alles," zei ze en ging zitten, duidelijk verslagen.

De volgende weken voelde de school zich net zo verslagen als Anderling eruitzag. Niemand hing ergens rond. Of praatte zelfs maar met elkaar, zo leek het. Het was laat mei nu, de kilte had de lucht verlaten maar zeker niet het kasteel.

Ginny terug aan hun zijde hebben was het enige goede dat uit deze nieuwe situatie kwam. Ze waren nog net zo onafscheidelijk als vanaf het begin. Hun laatste les voor het weekend was Toverdranken.

"Ik wil dat jullie weten dat we dicht bij het maken van het Mandragedrankje zijn om onze versteende leerlingen te genezen. We zijn terughoudend om dat te doen tot we duidelijkheid hebben," zei Sneep. "Hij ziet er een beetje menselijk uit," fluisterde Ginny.

Avalon keek naar haar favoriete leraar. Hij zag er inderdaad zo verslagen uit als de hele school zich leek te voelen. "Avalon, ik wil dat je achterblijft als dat betekent dat juffrouw Leeflang en juffrouw Wemel achterblijven. is dat prima." zei hij. Dus weer wachtte Avalon tot bijna de hele klas vertrokken was.

"Luister Avalon. Ik heb met je moeder gesproken. Ik wil dat je hier weggaat. Vanavond nog," zei hij. "Waarom? Je zei dat ik niet als Dreuzel geboren was, dus zoveel gevaar loop ik niet." zei ze. "Elk gevaar dat je loopt is te veel gevaar. Het maakt me niet uit wie je meeneemt om je te beschermen. Maar ik wil dat je volledig veilig bent en als dat betekent dat ik je thuis les moet geven en je weg moet houden van de tovenaarswereld, dan is dat maar zo," zei hij.

"Ik wil niet gaan," zei ze. "Maar je bent in gevaar." zei hij, terwijl hij bezorgd keek. "Ik red me wel." zei ze. "Nu Perkamentus weg is, is het gevaarlijker dan jullie weten." zei hij, nu wanhopig klinkend. "Ik kan mijn vrienden niet achterlaten." Zei ze. Zijn ogen werden daar een beetje glazig van. "Nee. Ik dacht al dat je dat zou zeggen." zei Sneep. "Wees gewoon heel erg voorzichtig." zei hij tegen haar, terwijl hij smekend klonk.

"Dat zal ik doen." zei ze tegen Sneep. Daarna verlieten ze zijn klas om te gaan eten. Tijdens het eten sprak Smalhart weer, maar deze keer tegen de hele school."

Het is nu voorbij, Zweinstein, de dader is gepakt," beweerde hij. De hele school begon opgewonden te praten. "De Mandragora Drankjes zijn over een paar dagen klaar, en als ze eenmaal klaar zijn, weet ik 100% zeker dat de pas ontwaakte leerlingen ons zullen vertellen dat Hagrid erachter zat. Om te beginnen heb ik hem nooit vertrouwd," eindigde hij.

"Ben je gek?" zei Ron Wemel. "Hagrid zou nooit iemand van ons kwaad doen. Zeker Hermelien niet," riep hij door de zaal. Hernieuwd gebabbel brak uit. "Kijk, het Ministerie heeft hem gearresteerd, ze moeten een reden." Smalhart verdedigde zichzelf. "Om zichzelf te beschermen tegen verdere verlegenheid. Om te doen alsof ze iets deden." had Harry Potter gezegd nadat hij was opgestaan.

"De aanvallen stopten nadat hij gearresteerd was, meneer Potter. Bovendien ben ik de leraar Verweer tegen de Zwarte Kunsten en ik weet waar ik het over heb. Ik heb meer informatie dan jij. En meer kennis," zei hij geërgerd. "Waarover, voorlezen uit je stomme boeken?" gilde een Huffelpuff, Avalon herkende hem als Carlo Kannewasser.

"Ja, of vertellen dat je 5 jaar achter elkaar de meest gewaagde lach hebt gewonnen of zo." zei Emma Tops. "Je hoeft je niet tegen mij te keren. Ik noem gewoon feiten." zei Smalhart. "Welke feiten?" Vroeg Fred Wemel. "Twee feiten eigenlijk meneer Wemel, één: dat ik een geweldige leraar ben geweest voor jullie allemaal en Twee: dat er geen aanvallen meer zijn geweest sinds meneer Hagrid is gearresteerd." Smalhart klonk verontwaardicht.

"Een groot leraar laat me niet aan lachen," zei een jongen die Ernst Marsman heette. "Dat meen je niet." Een jongen met een donkere huidskleur die Leo heette, was het daarmee eens. "Je hebt ons alleen verteld wat je zogenaamd in je boeken hebt gedaan, wat ons niets leert," zei Fred Wemel.

"Nee, dat bereidt ons niet voor op een wereld van Duistere Kunsten daarbuiten. Zelfs Sneep zou dat beter kunnen," voegde George eraan toe. "Oh helemaal, en hij zou ons waarschijnlijk vertellen om de Zwarte Kunsten te gebruiken en het zou leerzamer zijn om onszelf te verdedigen dan wat jij ons hebt geleerd." riep Daan Thomas van Griffoendor uit.

"Inderdaad," voegde zijn beste vriend Simon Filister eraan toe. "En wie heeft jullie zo slim gemaakt?" riep Briged Ravenwoud. "Dus jij denkt dat Hagrid schuldig is?" vroeg Fred. "Nee. Daar is hij te dom voor." Zei Briget . "Alsof jij slimmer bent," zei George. "Maar mag ik erop wijzen dat Swaderich het enige huis is dat niemand verloren heeft?" voegde George eraan toe.

"Duh." viel Malfidus hem bij. "We zijn allemaal volbloeds." zei Malfoy zelfvoldaan. "Nou gefeliciteerd dan." zei Fred. "STILTE." De stem van Anderling sneed door de ruzie van de hele school. Haar stem was magisch versterkt.

"Dit is niet het moment om ruzie te maken. Dit is een tijd om samen te staan," zei ze. "Nu Perkamentus er niet is, kunnen we allemaal in groot gevaar zijn. Meer gevaar dan bij de andere aanvallen. Het is nu aan ons allemaal om veilig te blijven," voegde ze eraan toe, terwijl ze heel bang klonk.

Eigenlijk zagen alle leraren er bang uit. Nou ja, als je Smalhart niet meetelde. Maar niemand leek hem nog serieus te nemen. Avalon wist alleen dat ze banger was voor wat komen ging dan ze ooit in haar leven was geweest.