Een man in een grijs pak met daar onder een wit overhemd loopt het besneeuwde park in richting een met rood en wit lint af gezet gebied. Zijn bruine cowboylaarzen schopte wat sneeuw voor hem uit. Hij houdt stil bij een vrouw die gehurkt naast een lichaam zit.
"Goed wat hebben we?" vraagt Floris Wolfs hard op als hij een hand door zijn inmiddels grijze haar haalt. Zijn ogen rusten op het lichaam voor hem.
De gehurkte vrouw, gekleed in een donkerblauwe spijkerbroek en een leren jas met een warme kraag voor de snijdende kou, kijkt naar hem op. Haar mooie stralende grijze ogen vriendelijk in de zijne kijkend.
"Een man. Ik denk dat hij tussen de 60 en 65 jaar oud is. De sneeuw maakt sporenonderzoek lastig. Zijn partner Eva gaat recht staan om hem aan te kunnen kijken. Haar bruine paardenstaart valt weer op de rug van haar leren jas. Haar grijze ogen kijken niet veel zeggend, wat wees op dat ze niet veel wist.
"Wie is het?" vroeg Wolfs. "Ik denk dat dit Ron Wagenaar is. Zeker weten doe ik dat niet hij heeft geen portemonnee bij zich. Maar ik herken hem van de verkiezingsposters. Hij zit, ik bedoel zat in de gemeenteraad." antwoordde Eva.
"Wat denk je?" Vroeg hij. "Alles lijkt op een mislukte overval. 3 mes steken. Geen portemonnee. Maar ik weet het niet." Zei Eva. "Zijn campagne is wat omstreden." Zei ze verder. "O, is dat zo." Vroeg Wolfs. Eva glimlachte. "Ja, dat is zo, hij wilde meer industrie in de stad voor werk gelegenheid, maar dan moet er heel wat groen verdwijnen." Legde Eva uit.
"Dat vond niet iedereen een fijn idee zeker." Zei Wolfs terwijl hij naar haar teruglachte. "Dat kun je wel zeggen ja. Hij had de woede van verschillende groepen op de hals gehaald. Waaronder het zo geheten nature army." Verklaarde Eva. "Dus jij denkt dat een van hen het gedaan heeft?" Vroeg hij haar. "Ik sluit het zeker niet uit." Antwoorden ze.
"Wie heeft hem gevonden?" vroeg hij. "Melissa Vlag, 35 jaar. Liet haar hond uit." vertelde eva terwijl ze naar de vrouw wees in de rode winterjas.
"Het moordwapen is niet gevonden." vertelde Eva na een paar minuten. "Ik stel voor dat wij naar het bureau gaan. Het de forensische jongens laten onderzoeken."zei Wolfs. Eva knikte. Samen liepen ze naar een auto.
"Wat is de zaak?" vroeg mevr. Zitman. Zij had Eva en Wolfs gelijk na aankomst haar kantoor in geroepen. "Ron Waagenaar. Lijkt een roofmoord, maar hij heeft het aan de stok gehad met milieu organisaties. Dus zijn we niet zeker." vertelde Eva. "Goed jullie plan van aanpak?" vroeg de vrouw. "In eerste instantie praten met zijn familie." zei Wolfs. "OK dat is goed, houd me op de hoogte.
"Juist Ron Waagenaar. Getrouwd met Marianne Wagenaar, vader van Liselotte Wagenaar 17 en Johan Wagenaar 22. Woonachtig in o kijk eens aan in sint pieter." las Wolfs voor van af zijn computer scherm. Eva glimlachte. "Rijke lui dus." zei ze. "Kouwe kak, nou laten we maar gaan." zei Wolfs terwijl hij zijn jas pakte.
Floris belde aan bij het huis van de nu overleden Ron Waagenaar. Een vrouw deed open, ze had bruin haar dat doorweefde was me grijs. Ze was niet heel lang rond de 1,65, 1.70. Wat hem opviel waren haar grijze ogen. Ze leken heel bekend. Maar hij kon niet bepaald zijn vinger erop leggen waarom dat was.
"Ja?" Zei de vrouw met een lichte air in haar stem. "Mevrouw Wagenaar?" Vroeg hij eigenlijk het antwoord al wetend. "Ja.. en u bent?" Vroeg ze. "Floris Wolfs recherche. Hij keek uit gewoonte achter zich beseffend dat Eva er nog niet was. Misschien maar beter ook. Zij haten het om slecht nieuws te brengen. Ook al wende het nooit helemaal, hij had er minder last van. "Wat komt u doen?" Vroeg de vrouw. "Ik heb slecht nieuws voor u." Begon hij. Hij slikte even. "Wij hebben vanmorgen het stoffelijk overschot van uw man Ron aangetroffen in het stadspark. Het spijt me." Zei hij.
The tale has been illicitly lifted; should you spot it on Amazon, report the violation.
Eva voegde zich bij hem. Hij keek haar even aan. Hij wist. Ineens waarom de ogen van de vrouw hem bekend voor kwamen. Ze leken op die van Eva, al waren die van zijn geliefde Collega vriendelijker en straalde ze meer warmte uit.
De vrouw voor hem droogde, haar tranen. "Dat kan helemaal niet." Zei ze snikkend. Dit was een typische reactie. Hij legde een hand op haar arm. "He spijt me mevrouw." Zei hij weer. Ze keek op en leek nu Eva ineens te zien.
"En wie ben jij nou weer? Een journalist? Aasgier." Riep ze boos naar Eva. Dit maakte Floris ligt geïrriteerd, mensen kwamen met veel weg bij hem. Maar niemand moest Eva beledigen of kwetsen. Hij onder drukte snel zijn opkomende woeden. "Dit is mijn collega Eva Van Dongen." Zei hij,
De vrouw keek weer op en heel even leek het of ze Eva vreemd aan keek. Maar dat moest zijn verbeelding zijn. "Mogen we even binnen komen om wat vragen te stellen?" Zei Eva. "Moet dat nu?" Snauwde de vrouw. "Ja. Dat moet nu." Zei Wolfs een beetje kouder dan hij bedoelden.
"Nou kom maar binnen dan." Zei de rouw. Toen Eva langs haar liep, kreeg de vrouw weer die vreemde blik in haar ogen. En dit keer was het zeker niet zijn verbeelding. Ze keek Eva aan als of ze haar kende, maar dat niet wilden.
"Goed wat wilt u weten?" Vroeg de vrouw. "Waar u was tussen 12 en 2 van nacht?" Zei Eva. "Wat insinueer jij?" Zei de vrouw. "Dit is routine mevrouw!" Zei Floris duidelijk geërgerd door de toon die de vrouw tegen Eva gebruikten. "In mijn bed." Antwoorden ze. " Kan iemand dat bevestigen?" Vroeg Eva. "Wat denk jij nou kind? Dat ik mijn man wat heb aangedaan? Dat zou jij wel willen hè." Beet de vrouw Eva toe.
" kunt u beleefd blijven? Mijn Collega stelde u een doodnormale vraag." Riep Floris. Hij was niet van plan deze vrouw weg te laten komen met het beledigen van Eva, daar voor was ze te belangrijk voor hem. "Kunt u haar vraag beantwoorden?" Zei hij kouder dan eerst.
"Liselotte!." Riep de vrouw. " Ja wat?" Kwam er van boven. " Waar was ik vannacht?" Vroeg de vrouw. " Hier, waar anders?" Klonk er geërgerd van boven aan de trap. " U ziet het. Anders nog iets?" Vroeg de vrouw. "Had uw man vijanden?" Vroeg Floris. " Nee, niet dat ik met mij deelden. Bent u nu klaar?" Vroeg de vrouw.
"Nee. Wie was dat net?" Vroeg Eva. "Wat gaat jou dat aan?" Beet de vrouw. "Omdat ik moet weten wie u uw alibi verschaft." Zei Eva die onaangedaan leek door de onbeschoftheid van de vrouw. "Mijn dochter Liselotte." Zei de vrouw. "Zouden we die even mogen spreken?" Vroeg Eva weer. "Nee." Snauwde de vrouw.
"Ik ben bang dat het toch gaat moeten." Zei Wolfs. "Hoezo? Als zij weet dat ik hier was is het toch duidelijk dat zij dat ook was." Riep de vrouw boos terwijl ze haar ogen niet van Eva wegtrok. "Standaard procedure mevrouw." zei Eva.
"we kunnen dit makkelijk of moeilijk doen mevrouw Wagenaar." antwoorden Wolfs. Hij mocht de vrouw niet. Hij hield niet van mensen die dachten beter te zijn dan andere. "we kunnen hier met uw kinderen spreken. Of we komen terug met een aanhoudingsbevel en regelen dit op het bureau.
De vrouw snoof luid lucht uit haar neus waardoor het klonk als of ze gromden. "LIESJE JE MOET BENEDEN KOMEN." Riep ze naar boven. "En uw zoon?" Vroeg Eva. "Die woont hier niet kind." Beet de vrouw naar haar. "Waar kunnen we hem dan vinden?" Vroeg Eva in dezelfde toon als daarvoor. Als of de aanvallende toon van de vrouw haar niks deed.
Ondertussen keek Wolfs om zich heen. Wat hem opviel was het missen van emotie na het nieuws dat haar man was vermoord. En ook dat ze niet gelijk haar 17-jarige dochter bij zich had geroepen, dat vond hij vreemd. Ook viel hem op dat de vrouw alleen maar naar Eva keek met ijzig koude ogen. Alsof de vrouw haar ergens verantwoordelijk voor hield.
Zijn gedachte werden onderbroken door een meisje wat de trap af kwam. Gekleed in een kapotte gebleekte spijkerbroek en een roze kort topje. Maar wat hem opviel was dat ze hetzelfde bruine haar had als haar moeder. Haar ogen, neus en vorm van haar gezicht hadden iets weg van Eva.