Ze kwam woedend het kantoor uit en sloeg de deur van de kleedkamer dicht. Ik ging achter haar aan. "Eef, wat is er?" vroeg ik haar. Ze sloeg woedend tegen een paar kluisjes. "Ze wil jou voor zichzelf hebben", zei ze woedend. "Zij schijnt te denken dat als ze mij hier weg haalt, jij verliefd op haar wordt of zo," ik glimlachte naar haar. Ze was zo mooi als ze woedend was. En als ze niet woedend op mij was, mocht ik er even van genieten.
"Wat grijns jij nou?" brulde ze tegen me. "Niets, Eef. Rustig nou en vertel me is wat er nou aan de hand is," zei ik een hand op haar schouder leggend. "Ik word per direct overgeplaatst", zei ze. Nu begon ik ook boos te worden. Mij weghalen tot daar aan toe, maar mijn Eva hier weghalen was belachelijk. "Ik praat wel met haar", zei ik. "Komt vast wel goed", ik kuste haar in haar haren. God, wat rook ze lekker.
Ik liep het kantoor van Donna in. "Hoe haal je het in je hoofd!" vroeg ik woedend. "U meneert Wolfs, en waar bazelt u over?" vroeg ze. "Eva!", riep ik woedend. "U haalt Eva hier weg?" Wat voor kolder heeft u in uw kop? Eva is de beste rechercheur die we hebben. Nog 10 keer beter dan ik." riep ik woedend. Ik wist dat Donna gevoelens voor me had gehad in ieder geval. Maar om dan mijn Eva bij me weg te halen, dat ging me te ver.
"Mevrouw Van Dongen. Heeft haar langste tijd hier gehad. Ze weigert zich als een teamspeler te gedragen. En zoals u weet, meneer Wolfs heb ik teamgeest hoog in het vaandel." zei ze. "Wat een gelul!" beet ik haar toe. "Jij wilt gewoon Eva bij mij weghouden. Maar ik zeg u dit, mevrouw Martina. Als u haar bij mij weg haalt, neem ik ontslag. Riep ik. En ik meende het. Het was of Eva bleef of ik vertrok. "Dat ben ik niet waard." Hoorde ik Eva zeggen. Ik draaide me naar haar om. "Ze wil ons scheiden. Alleen maar omdat ik haar heb afgewezen." Zei ik nog steeds witheet van woede.
"Floris, luister." Ze pakte mijn handen en keek me diep in mijn ogen aan. "Jij moet je carrière niet kapotmaken voor mij. Dat ben ik niet waard." Ik kon haar niets weigeren. Vooral niet als ze me zo aankeek.
"Ik ga naar huis." Zei ik en ik vertrok het kantoor uit. "Wat was dat nou?" Vroeg Romeo. Hij en Marion keken me verbaasd aan. "Die. Dat. Zij." Meer kon ik niet uitbrengen. "Ja, heel verhelderend. Mag ik ondertiteling?" Zei Marion plagend. Ik kon dat even niet hebben. "Dat rotwijf van een Martina haalt Eva bij ons weg. Ze is overgeplaatst naar God weet waar." Riep ik woedend uit. "He? Maar dat kan toch niet zomaar?" zei Marion. Nee, onaangekondigde overplaatsing moet van hogerhand komen." Zei Romeo klinkend, zoals altijd als wandelend wetboek.
"Ze is vriendjes met de hoofdofficier. Die zal het wel hebben goedgekeurd." Zei ik. "Maar dat mag niet." Riep Romeo weer "Er mag zo veel niet, Romeo. Stelen mag ook niet, maar als iedereen zich daaraan hield waren wij niet nodig." Riep ik. "Ik ga naar huis, ik wil dat mens niet meer zien." Ik sloot mijn computer af en vertrok.
Thuis liep ik eigenlijk gelijk de muren op. Ik was woest op Donna. Ik was bang Eva te verliezen. Ik was geïrriteerd omdat ze niet wilde dat ik voor haar mijn carrière beëindigde. Na een uurtje Hoorde ik Eva thuiskomen. "Wat is er gebeurd?"
You might be reading a stolen copy. Visit Royal Road for the authentic version.
Ze haalde haar schouders op, maar ik kon aan haar ogen zien dat ze had gehuild. "Eef vertel.! Zei ik. "Ik heb tot morgenmiddag om in Londen te komen en me daar te melden voor mijn nieuwe functie als assistent van de hoofdrechercheur daar." zei ze. "Londen? Maar hoe kunnen ze je daarheen sturen? Overplaatsingen gelden alleen binnen Nederland", riep ik. Dit was niet eerlijk. Ze wilde Eva straffen. En dat had ze niet verdiend.
"Eef, dit kun je toch aan vechten?" Ik wilde haar bij me houden. "Nee. Volgens Romeo had ik twee weken om bezwaar aan te tekenen. Maar zijn die verstreken? "Ze heeft net zo lang gewacht tot ik geen bezwaar meer kon maken", legde ze uit. "Dat is onwettig", zei ik. "Laat het Wolfs. Ze is vrienden met de hoofdofficier die weer vrienden is met de minister. Dit is niet terug te draaien." Ze keek me verslagen aan. "Ik wil jou niet kwijt, Eva." Zei ik haar in mijn armen nemend. "Ik moet gaan pakken." Ze maakte zich los uit mijn armen en liep de trap op. Na een half uur volgde ik haar.
Ze was druk bezig een laatste koffer te vullen met dierbaarheden. En haar laatste kleding. Ze voelde blijkbaar dat ik in de deuropening stond. "Jij mag hier blijven hè?" Ze bedroefd. "Ik kom hier wel weer voor vakantie. En dan kan jij er maar beter zijn." Zei ze. Ik nam haar weer in mijn armen. "Ik zou zo graag met je meegaan." Zei ik haar stevig tegen me aan houdend.
Ik hield zo veel van haar. Ik wilde een leven zonder haar in mijn buurt niet bedenken. Maar nu moest ik wel. Donna ontnam me het dierbaarste uit mijn leven. Ik keek haar aan in haar zilveren ogen die nu rood doorlopen waren. Ik kuste haar. "Heb je nog hulp nodig?" Zei ik de tranen uit mijn stem proberen te houden. Ik wilde niet dat ze zou voelen dat mijn hart in een miljard stukjes brak.
"Ik ga slapen." Ze duwde me van zich af. "Ik moet morgen om 10 uur het vliegtuig nemen. Marion gaat met me mee. Ze heeft zich ziek gemeld. Ik moest tegen jou zeggen dat als je brigadier wilt blijven je morgen om 9 uur gewoon op het werk bent." Ik knikte. "Mijn baan kan me niets schelen." Zei ik. Ze kuste me kort op mijn wang. "Maar mij wel." Ik lachte naar haar. Ik wilde iets zeggen, maar kon niet bedenken wat.
Die nacht sliep ik niet. De gedachte Eva te verliezen was te veel. Dus woelde ik rond een uur of vijf, viel ik even in slaap maar werd gewekt door het gesnik van Eva, een paar kamers verder op. Mijn hart brak nog verder. Ik kon verdriet bij haar nooit verdragen. Dat wilde ik wegnemen. Maar nu kon dat niet.
Aan het ontbijt kletsten we over koetjes en kalfjes. Om half acht kwam Marion binnen. "Zo ben je er klaar voor?" Zei ze geforceerd opgewekt. Eva zuchtte en knikte. Ze stond op. "Eef wacht." Ik wist niet wat ik wilde doen. Ik wist dat ik goed afscheid van haar wilde nemen. Ik liep naar mijn kamer en pakte het doosje, dat ik al jaren bewaarde. Haar ten huwelijk vragen zou nooit meer een optie zijn. Maar ik wilde haar iets geven.
"Ik heb deze ooit voor jou gekocht. Hij betekent nu iets anders dan toen ik hem kocht." Ik wist dat het onzin was wat ik uitkraamde, maar ik wilde dat zij hem kreeg. Hij zou nooit voor een ander bedoeld zijn. Ik legde het doosje in haar hand. "Ik zal je missen, meisje." Zei ik en ik kuste haar voor de laatste keer.
"We moeten gaan, Eva." Zei Marion. Eva glimlachte zwakjes en deed het doosje in haar leren jas. "Blijf een van de beste hè?" Zei ze en ze omhelsde me. "Dag Floris." Zei ze. Marion nam haar mee de ponti uit voor de allerlaatste keer.
"Dag, liefste Eva. Mijn enige echte liefde." Zei ik tegen de lege keuken. Dit was het dan. De rest van mijn leven zou deze keuken leger zijn dan hij ooit was geweest. Deze keuken zou net zo leeg zijn als mijn hart. Dit zou mijn thuis niet meer zijn. Want er was niemand om naar thuis te komen.